ECLI:NL:RBDHA:2024:8448

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 juni 2024
Publicatiedatum
3 juni 2024
Zaaknummer
NL24.4793
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag in verband met Dublin-regelgeving

Op 8 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid besloten om de aanvraag van verzoekster voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling te nemen. Dit besluit is genomen op basis van de stelling dat Zweden verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 24 april 2024 behandeld, waarbij verzoekster werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. W. Spijkstra, en de staatssecretaris door mr. B.W. Zagers.

In de overwegingen van de voorzieningenrechter werd vastgesteld dat verzoekster had verzocht om de rechtsgevolgen van het bestreden besluit op te schorten totdat er een beslissing op het beroep zou zijn genomen. Echter, op dezelfde dag werd er uitspraak gedaan in een andere zaak (NL24.4792) die verband hield met het beroep van verzoekster. Hierdoor was de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, in aanwezigheid van griffier A.P. Kuiters, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.4793

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoekster

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. W. Spijkstra),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris

(gemachtigde: mr. B.W. Zagers).

Procesverloop

Bij besluit van 8 februari 2024 (het bestreden besluit) heeft de staatssecretaris de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Zweden verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.4792, op 24 april 2024 op zitting behandeld. Verzoekster heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoekster heeft verzocht de rechtsgevolgen van het bestreden besluit op te schorten tot dat op beroep is beslist.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.4792, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van A.P. Kuiters, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.