ECLI:NL:RBDHA:2024:8402

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 mei 2024
Publicatiedatum
31 mei 2024
Zaaknummer
NL24.16704
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met verwijzing naar Dublinverordening

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 mei 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M. Terpstra, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Echter, het bestreden besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 16 april 2024 was genomen, wees de aanvraag af op grond van de Dublinverordening, waarbij Frankrijk als verantwoordelijk land werd aangewezen voor de behandeling van de asielaanvraag.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 7 mei 2024, waarbij de verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk. De rechtbank heeft in een andere zaak, NL24.16703, op dezelfde dag uitspraak gedaan, waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen.

Desondanks heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, die zijn vastgesteld op € 875,-. Dit bedrag is gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij de kosten voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand zijn berekend. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.16704
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. M. Terpstra), en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: J.R. Vreijsen).

Procesverloop

Bij besluit van 16 april 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL24.16703, op 7 mei 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen D. Ehigiene. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.16703, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Gelet op de uitkomst van de bodemzaak veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder wel in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 875,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 875,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 875,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
08 mei 2024

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.