Uitspraak
(Verkort vonnis)
[verdachte],
De terechtzitting
De tenlasteleggingAan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 7 februari 2023 te 's-Gravenhageopzettelijk aanwezig heeft
gehad ongeveer 17,9 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet
behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die
wet;
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 november 2022 tot
en met 6 februari 2023 te 's-Gravenhage, in elk geval in Nederland, (telkens)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft
bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt
en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van
een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij
de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van
artikel 3a van die wet;
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 november 2022 tot
en met 6 februari 2023 te 's-Gravenhage, althans in Nederland, (telkens) tezamen en
in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk heeft geteeld
en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of
verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, (telkens) een
hoeveelheid van een of meer plakken (van ongeveer 50 of 100 gram per plak), in elk
geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast
mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan
geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in
de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid
van artikel 3a van die wet.
De bewijsmiddelen
De bewezenverklaring
hij op 7 februari 2023 te ’s-Gravenhage opzettelijk aanwezig heeft gehad 17,9 gram cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij in de periode van 11 november 2022 tot 15 januari 2023 te 's-Gravenhage, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij in de periode van 11 november 2022 tot 15 januari 2023 te 's-Gravenhage, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd een hoeveelheid van meer dan 30 gram van hennep (hasjiesj), zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
De strafbaarheid van de verdachte
De strafoplegging
De toepasselijke wetsartikelen
- 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet en de daarbij behorende lijst I en II.
De beslissing
ten aanzien van feit 1:
ten aanzien van feit 2:
ten aanzien van feit 3:
een gevangenisstraf voor de duur van 138 DAGEN;
90 DAGEN, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
een taakstraf voor de duur van 180 UREN;
90 DAGEN;