ECLI:NL:RBDHA:2024:8369
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S. Ketelaars - Mast
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van homoseksuele Nigeriaan wegens ongeloofwaardigheid van verklaringen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 31 mei 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, van Nigeriaanse nationaliteit, heeft op 10 juni 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 24 april 2024 afgewezen, met het argument dat de aanvraag ongegrond was. De rechtbank heeft de zaak op 24 mei 2024 behandeld, waarbij eiser, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de asielaanvraag terecht heeft afgewezen. Eiser heeft aangevoerd dat hij homoseksueel is en dat hij problemen heeft ondervonden met de politie in Nigeria, waaronder arrestatie en chantage. De staatssecretaris heeft echter geen geloof gehecht aan eisers verklaringen over zijn seksuele geaardheid en de omstandigheden in Nigeria. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris op goede gronden heeft geconcludeerd dat eisers verklaringen vaag en niet authentiek zijn. Eiser heeft niet overtuigend aangetoond dat hij daadwerkelijk het risico loopt op vervolging in Nigeria vanwege zijn geaardheid.
De rechtbank wijst erop dat eiser niet in staat is geweest om een authentiek verhaal te presenteren over zijn ervaringen en dat zijn verklaringen inconsistent zijn. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris niet ten onrechte heeft geoordeeld dat de asielaanvraag ongegrond is en verklaart het beroep van eiser ongegrond. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.