Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
Ondersteuning (ook wel: begeleiding) in het kader van de Wmo
”
Een referentie met een opdrachtwaarde is in euro’s (exclusief BTW)
De referentie is op basis van één kalenderjaar en dat loopt van 1 januari tot en met 31 december conform de verantwoording / jaarrekening.
Referentie met een opdrachtwaarde”
2022. Achter ‘
uw waarde-aandeel in de opdracht’ staat vermeld:
€ 191.516,11.[naam 1] heeft namens HVP de referentie voor akkoord getekend.
Uw bedrijf voldoet niet aan het volgende criterium:
U meldt zich aan voor Perceel 2. Conform eis 5 (paragraaf 5.3 van de Inkoopleidraad) moet u hiervoor een referentieverklaring Bijlage 9B1 indienen. Het is niet toegestaan om de bedragen van verschillende jaren in één referentie bij elkaar op te tellen. De extra referentie die u bij de verificatie via de berichtenmodule op Tenderned heeft ingeleverd, leidt om die reden niet tot het resultaat dat u voldoet aan de eis van de minimale waarde van de referentieopdracht. Zie hiervoor bijlage 9, De periode waarbinnen de referentie plaatsvindt. Daarnaast kon de referent van de gemeente Rijswijk niet bevestigen of de geleverde zorg valt onder dit perceel.”
Atlas Zorg mag alleen de omzet rekenen die ze zelf hebben gedaan. Hier moet het percentage wat HVP inhoudt o.a. voor kritieke taken afgetrokken worden.”Vervolgens heeft HVP het hele in de onderlinge verhouding met Atlas Zorg overeengekomen vergoedingspercentage in mindering gebracht op de van de Gemeente ontvangen vergoeding, naast de door Atlas Zorg betaalde vergoeding voor kritieke taken (ad € 50 per uur). Volgens Atlas Zorg resteert na aftrek door HVP van de door Atlas Zorg aan HVP betaalde vergoeding voor kritieke taken nog een bedrag dat ruim boven de € 200.000 euro uitkomt. Daar zou volgens haar mee gerekend moeten worden. Atlas Zorg heeft de Gemeente daarom verzocht haar afwijzende standpunt te herzien.
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
‘Een referentie moet aan de volgende voorwaarden voldoen’) vermeldt onder het kopje
‘De opdrachtwaarde’:
‘een referentie met een opdrachtwaarde is in euro’s (exclusief BTW)’.
‘de periode waarbinnen de referentie plaatsvindt’staat onder meer vermeld:
‘De referentie is op basis van één kalenderjaar en dat loopt van 1 januari tot en met 31 december conform de verantwoording/jaarrekening.’Onder het kopje
‘één referent voor meerdere opdrachten’staat onder het tweede voorbeeld vermeld:
‘(…) U heeft dus voor zowel Perceel 1 als Perceel 2 minimaal een omzet van € 200.000 gehaald (…)’.
jaarrekeningen wordt gesproken over
omzet. De verwijzing naar de jaarrekening en de omzet zijn slechts relevant indien er van wordt uitgegaan dat de gevraagde financiële informatie betrekking heeft op inkomsten
van de aanbieder. Een andere uitleg zou er immers toe leiden dat financiële gegevens van derden (in dit geval die van hoofdaannemer HVP) mede van belang zouden zijn voor het antwoord op de vraag of door Atlas Zorg aan de kritische grens van € 200.000 wordt voldaan. Dat zou met zich brengen dat er discussies met derden zouden kunnen ontstaan over de ‘verdeelsleutel’ ten aanzien van verrichte werkzaamheden en bijbehorende complicaties bij het vaststellen van de gevraagde referentie bedragen. De door Atlas Zorg gegeven uitleg van de wijze waarop de referentie zou moeten worden opgesteld, ligt reeds daarom niet voor de hand. Het enkele feit dat in de kop van bijlage 9A wordt gesproken over de
‘opdrachtwaarde’maakt het oordeel niet anders. De Gemeente vraagt immers naar de opdrachtwaarde
voor de aanbieder. De stelling van Atlas Zorg dat de Gemeente via de van HVP ontvangen facturen zelf zou kunnen vaststellen welke waarde het deel van de werkzaamheden dat in 2022 feitelijk is verricht door Atlas Zorg heeft gehad (en vervolgens die waarde in aanmerking zou moeten nemen zonder inhoudingen) wordt eveneens gepasseerd. Daargelaten dat dat tot een omvangrijke administratieve last bij de Gemeente zou leiden, is de Gemeente tot dergelijk zelfstandig onderzoek in een inkoopprocedure niet gerechtigd. Zij dient immers in het licht van het gelijkheidsbeginsel slechts uit te gaan van de door de aanbieder verstrekte informatie en mag geen rekening houden met gegevens die eerder of via andere wegen tot haar beschikking zijn gekomen. Dat zou ook in strijd zijn met het transparantiebeginsel.