ECLI:NL:RBDHA:2024:8328

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 mei 2024
Publicatiedatum
30 mei 2024
Zaaknummer
NL24.745
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 30 mei 2024 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een bestuursrechtelijk beroep. Verzoeker, die een V-nummer heeft, had eerder bezwaar gemaakt tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit bezwaar werd op 16 juni 2022 ongegrond verklaard. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld, waarop de rechtbank op 10 maart 2023 het bezwaar gegrond verklaarde en het besluit op bezwaar vernietigde. De staatssecretaris werd opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak van de rechtbank.

Echter, het nieuwe besluit van de staatssecretaris, genomen op 10 maart 2023, verklaarde het bezwaar van verzoeker opnieuw ongegrond. Hierop heeft verzoeker wederom beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op 18 april 2024 zowel het beroep als het verzoek om voorlopige voorziening behandeld tijdens een zitting, waarbij verzoeker en zijn gemachtigde, evenals de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.

In de uitspraak van 30 mei 2024 heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, aangezien de rechtbank inmiddels uitspraak had gedaan op het beroep. Het verzoek om voorlopige voorziening werd dan ook afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van mr. M.J.C. ten Hoopen als griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.745

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , V-nummer: [V-nummer] , verzoeker

(gemachtigde: mr. W. Spijkstra),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

(gemachtigde: mr. V.R. Bloemberg).

Procesverloop

1. Met het besluit van 16 juni 2022 heeft de staatssecretaris het bezwaar van verzoeker tegen het besluit van 10 februari 2022 ongegrond verklaard. Het tegen dit besluit ingediende beroep heeft de rechtbank op 10 maart 2023 gegrond verklaard. De rechtbank heeft het besluit op bezwaar vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit moet nemen met inachtneming van de uitspraak.
1.2.
Met het besluit van 10 maart 2023 heeft de staatssecretaris het bezwaar van verzoeker opnieuw ongegrond verklaard.
1.3.
Verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld. [1] Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.4.
De voorzieningenrechter heeft het beroep en het verzoek op 18 april 2024 samen op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, zijn gemachtigde en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Overwegingen

2. Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.J.C. ten Hoopen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.NL24.744