ECLI:NL:RBDHA:2024:8323

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 mei 2024
Publicatiedatum
30 mei 2024
Zaaknummer
23.37664
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag en proceskostenveroordeling

In deze zaak heeft eiseres, een Syrische nationaliteit hebbende, op 30 november 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag van 6 augustus 2022. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 28 december 2023 de asielaanvraag van eiseres ingewilligd. De rechtbank heeft eiseres op 29 december 2023 verzocht om binnen twee weken te reageren op het inwilligende besluit, maar eiseres heeft hierop geen reactie gegeven.

De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig is. Aangezien de staatssecretaris al een besluit heeft genomen op de asielaanvraag, heeft eiseres geen belang meer bij haar beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat eiseres geen reactie heeft gegeven op het alsnog genomen besluit, wat betekent dat dit besluit aan het beroep tegemoetkomt.

Desondanks heeft de rechtbank geoordeeld dat eiseres recht heeft op een proceskostenvergoeding. De staatssecretaris heeft namelijk niet tijdig op de asielaanvraag beslist en pas na het instellen van het beroep een besluit genomen. De rechtbank heeft de proceskostenvergoeding vastgesteld op € 437,50, gebaseerd op de gemaakte kosten voor het indienen van het beroepschrift. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.37664

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiseres,

geboren op [geboortedatum],
van Syrische nationaliteit,
v-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. D. Aygur),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris.

Eiseres heeft op 30 november 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag van 6 augustus 2022.
Bij besluit van 28 december 2023 heeft de staatssecretaris de asielaanvraag van eiseres ingewilligd.
De rechtbank heeft bij bericht van 29 december 2023 eiseres verzocht binnen twee weken de rechtbank te informeren of de inwilligende beslissing aanleiding is om het beroep in te trekken. Eiseres heeft desgevraagd geen reactie gegeven op het alsnog genomen besluit.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in deze zaak niet nodig is.
2. Nu de staatssecretaris reeds een besluit op de asielaanvraag van eiseres heeft genomen, heeft eiseres geen belang meer bij haar beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Omdat eiseres desgevraagd geen reactie heeft gegeven op het alsnog genomen besluit, moet het ervoor worden gehouden dat dit besluit geheel aan het beroep van eiseres tegemoet komt. Het beroep heeft daarom niet op grond van artikel 6:20, derde lid, van de Awb, mede betrekking op het alsnog genomen besluit.
3. Het beroep is niet-ontvankelijk.
4. Eiseres krijgt wel een vergoeding voor de proceskosten die zij heeft gemaakt. Niet in geschil is namelijk dat de staatssecretaris niet tijdig op de asielaanvraag van eiseres heeft beslist, dat eiseres vervolgens een geldige ingebrekestelling heeft verstuurd en dat de staatssecretaris pas na het instellen van het beroep tegen het niet tijdig nemen van het besluit een besluit heeft genomen. De staatssecretaris moet de proceskostenvergoeding betalen. Toegekend wordt € 437,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 875,-, bij een wegingsfactor 0,5).

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 437,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van
M.A. Postma, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie
op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is openbaar gemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.