ECLI:NL:RBDHA:2024:8318
Rechtbank Den Haag
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 26 april 2024 niet in behandeling genomen omdat Roemenië verantwoordelijk is voor de aanvraag. Op 30 april heeft de staatssecretaris laten weten het besluit van 26 april in te trekken, en heeft hij tevens een nieuw besluit genomen. De rechtbank heeft het beroep op 27 mei 2024 op zitting behandeld, waarbij de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig was, terwijl eiser en zijn gemachtigde zich afmeldden voor de zitting.
De rechtbank stelt vast dat verweerder het bestreden besluit van 26 april 2024 heeft ingetrokken en dit besluit heeft vervangen door een nieuw besluit van 30 april 2024. Over dit laatste besluit wordt in een andere zaak met nummer NL24.19098 uitspraak gedaan. Het onderhavige beroep tegen het besluit van 26 april 2024 is niet ingetrokken. Omdat dat besluit is ingetrokken, heeft eiser geen procesbelang meer bij de inhoudelijke beoordeling van het onderhavige beroep. De rechtbank zal daarom het beroep tegen het besluit van 26 april 2024 niet-ontvankelijk verklaren.
Omdat het besluit ten tijde van het indienen van het beroep nog niet was ingetrokken, heeft eiser op goede gronden beroep ingediend. Daarom krijgt eiser een vergoeding van zijn proceskosten. De staatssecretaris moet deze vergoeding betalen. Verweerder heeft zich ter zitting bereid verklaard om de gemaakte proceskosten te vergoeden. De proceskostenvergoeding bedraagt € 875,- omdat de gemachtigde van eiser een beroepschrift heeft ingediend. Verder zijn er geen kosten gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en veroordeelt de staatssecretaris tot betaling van € 875,- aan proceskosten aan eiser.