ECLI:NL:RBDHA:2024:8313
Rechtbank Den Haag
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 24 april 2024 niet in behandeling genomen, omdat de Bondsrepubliek Duitsland verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep op 27 mei 2024 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de staatssecretaris en een tolk.
De rechtbank concludeert dat de beroepsgronden van eiser niet slagen en verklaart het beroep ongegrond. Dit betekent dat de beslissing van de staatssecretaris om de aanvraag niet in behandeling te nemen, in stand blijft. De rechtbank legt uit dat de Dublinverordening bepaalt dat een asielaanvraag niet in behandeling wordt genomen als een andere lidstaat verantwoordelijk is. In dit geval heeft Nederland een verzoek om terugname gedaan aan Duitsland, dat is aanvaard.
Eiser heeft aangevoerd dat de Duitse autoriteiten in strijd hebben gehandeld met het interstatelijk vertrouwensbeginsel en dat hij niet adequaat is behandeld. De staatssecretaris heeft echter gesteld dat hij mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel en dat eiser de mogelijkheid heeft om klachten in te dienen bij de Duitse autoriteiten. De rechtbank oordeelt dat eiser niet voldoende heeft aangetoond dat er structurele tekortkomingen zijn in het Duitse asiel- en opvangsysteem die een reëel risico op schending van zijn rechten met zich meebrengen.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat eiser kan worden overgedragen aan Duitsland. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is gedaan door rechter N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier M.A. Postma, en is openbaar gemaakt op 30 mei 2024.