Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
De gronden van de maatregel van bewaring
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 mei 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een vreemdeling. De eiser, die stelt de Marokkaanse nationaliteit te hebben, is op 13 mei 2024 in vreemdelingenbewaring gesteld door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze maatregel, waarbij hij ook een verzoek om schadevergoeding heeft ingediend. Tijdens de zitting op 21 mei 2024 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De rechtbank heeft de rechtmatigheid van de bewaring beoordeeld, waarbij eiser aanvoert dat de staandehouding onrechtmatig was en dat er geen zicht op overdracht naar Oostenrijk zou zijn.
De rechtbank oordeelt dat de staandehouding rechtmatig was, ondanks het ontbreken van de MMA-melding in het dossier. De rechtbank concludeert dat er voldoende reden was om aan te nemen dat eiser zich illegaal in Nederland bevond, en dat de staatssecretaris voldoende heeft gemotiveerd dat de maatregel van bewaring noodzakelijk was. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een significant risico bestaat dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken, en dat er geen aanleiding is om een lichter middel toe te passen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 24 mei 2024.