ECLI:NL:RBDHA:2024:826
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublinverordening: beoordeling van nieuwe feiten en omstandigheden
Op 8 januari 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling heeft genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld en aanvullende gronden ingediend, waaronder medische stukken die zijn psychische situatie documenteren. Tijdens de zitting is het aanhoudingsverzoek van de staatssecretaris besproken en afgewezen. De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk behandeld en vastgesteld dat de nieuwe feiten en omstandigheden, waaronder een suïcidepoging van eiser, relevant zijn voor de beoordeling van het bestreden besluit. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris opnieuw moet beslissen op de asielaanvraag van eiser, rekening houdend met de gewijzigde omstandigheden en de afhankelijkheid van eiser van zijn broer. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.750,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen een week na bekendmaking.