ECLI:NL:RBDHA:2024:8250

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 mei 2024
Publicatiedatum
30 mei 2024
Zaaknummer
NL24.17379
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens vertrek met onbekende bestemming

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 mei 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. P.A.E. Engelen, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat de asielaanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Zwitserland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan. Tijdens de zitting op 24 mei 2024 zijn zowel eiser als zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de staatssecretaris zich wel heeft laten vertegenwoordigen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken, zoals blijkt uit berichten van 3 mei 2024 van de staatssecretaris en van 2 en 17 mei 2024 van de gemachtigde van eiser, die aangaf geen actueel contact met eiser te hebben. Gezien deze omstandigheden concludeert de rechtbank dat eiser geen belang meer heeft bij de inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, aangezien hij kennelijk niet langer prijs stelt op de internationale bescherming in Nederland.

Daarom heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.17379
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiser,

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. P.A.E. Engelen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde: mr. H.J. Metselaar).

Procesverloop

Bij besluit van 19 april 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen op de grond dat Zwitserland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 24 mei 2024 op zitting behandeld. Eiser en, met voorafgaand bericht, zijn gemachtigde zijn niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. Bij bericht van 3 mei 2024 heeft verweerder laten weten dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken. Bij berichten van 2 en 17 mei 2024 heeft de gemachtigde van eiser laten weten dat hij geen actueel contact met eiser heeft. Eiser is ook niet verschenen ter zitting noch heeft hij anderszins van zich laten horen.
2. Op grond van die feiten en omstandigheden neemt de rechtbank aan dat eiser niet langer prijs stelt op de aanvankelijk gezochte internationale bescherming in Nederland. Dit betekent dat hij geen belang meer heeft bij de inhoudelijke beoordeling van zijn beroep.
3. Het beroep is dan ook niet-ontvankelijk.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 24 mei 2024 door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. J. de Winter, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.