ECLI:NL:RBDHA:2024:8237
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en prematuur beroepschrift tegen niet tijdig beslissen
In deze zaak heeft eiseres, van Turkse nationaliteit, op 29 augustus 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Na een periode van inactiviteit heeft eiseres op 8 december 2023 de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag. Vervolgens heeft zij op 22 december 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft partijen geïnformeerd dat een zitting niet nodig was en heeft het onderzoek gesloten om uitspraak te doen.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat volgens artikel 6:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Tevens is in artikel 6:12, tweede lid, van de Awb bepaald dat een beroepschrift tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is en twee weken zijn verstreken na ontvangst van een schriftelijke ingebrekestelling. De rechtbank concludeert dat de termijn voor het indienen van het beroep is verstreken op 23 december 2023, terwijl het beroepschrift door eiseres op 22 december 2023 is ingediend. Hierdoor is het beroep prematuur en voldoet het niet aan de vereisten van de Awb.
De rechtbank heeft daarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L.E.A. Jonkers-Vellinga, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.