ECLI:NL:RBDHA:2024:8208
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke sanctie vervroegd sluitingsuur opgelegd aan horeca-inrichting wegens overtredingen binnenkomsttijden
Op 8 mei 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, h.o.d.n. [bedrijfsnaam], en de burgemeester van Leiden. Eiseres had beroep aangetekend tegen een bestuurlijke maatregel die haar een vervroegd sluitingsuur oplegde van 00.00 uur in plaats van 2.00 uur, voor een periode van drie weken. Deze maatregel was opgelegd vanwege meerdere overtredingen van de toegestane binnenkomsttijden, in totaal 20 keer, verdeeld over de nachten van 6 op 7 en 7 op 8 mei 2022. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester bevoegd was om deze maatregel op te leggen, aangezien er sprake was van meerdere overtredingen binnen zes maanden, wat in lijn is met artikel 19 van het horecasanctiebeleid.
Eiseres betoogde dat de maatregel disproportioneel was en dat er eerst een waarschuwing had moeten worden gegeven. De rechtbank oordeelde echter dat de burgemeester voldoende had onderbouwd dat de vervroegde sluiting noodzakelijk was voor het herstel van het woon- en leefklimaat en de openbare orde. De rechtbank wees erop dat er al eerder gesprekken waren geweest over de binnenkomsttijden en dat de overlastmeldingen een gerichte aanpak rechtvaardigden. Eiseres had ook niet aangetoond dat de maatregel onrechtmatig was of dat er minder ingrijpende middelen beschikbaar waren.
De rechtbank concludeerde dat de vervroegde sluiting gedurende drie weken niet onevenwichtig was en dat de belangen van eiseres voldoende waren meegewogen. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en zij kreeg geen griffierecht of proceskosten vergoed. Deze uitspraak biedt inzicht in de toepassing van bestuursrechtelijke maatregelen in de horeca en de afwegingen die daarbij komen kijken.