ECLI:NL:RBDHA:2024:8068

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 mei 2024
Publicatiedatum
28 mei 2024
Zaaknummer
NL24.11521
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak

In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op het verzoek om een voorlopige voorziening van de verzoekster, die in deze zaak wordt vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. H.A. Limonard. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. R.R. de Groot, heeft op 27 juli 2022 besloten om geen uitstel van vertrek toe te kennen op basis van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000. Dit besluit is bevestigd in het bestreden besluit van 15 maart 2024, waartegen verzoekster beroep heeft ingesteld. In het kader van dit beroep heeft zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening buiten zitting behandeld, in overeenstemming met de partijen. Bij een andere uitspraak op dezelfde dag, onder zaaknummer NL24.11520, heeft de rechtbank al uitspraak gedaan op het beroep van verzoekster. Gezien deze uitspraak is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening, en daarom wijst de voorzieningenrechter het verzoek af. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.11521
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoekster], verzoekster
V-nummer: [nummer],
gemachtigde: mr. H.A. Limonard),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris, (gemachtigde: mr. R.R. de Groot).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster.
1.1.
De staatssecretaris heeft met het besluit van 27 juli 2022 geen uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 toegekend. Met het bestreden besluit van 15 maart 2024 op het bezwaar van verzoekster is de staatssecretaris bij dit besluit gebleven. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, in overeenstemming met partijen, buiten zitting behandeld.
Beoordeling door de voorzieningenrechter2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.11520, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is in dit geval niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van N. Walstra, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
zaaknummer: NL24.11521 3
De uitspraak is bekendgemaakt op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.