ECLI:NL:RBDHA:2024:8018
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na beslissing op beroep
In de zaak met zaaknummer NL24.14837 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 mei 2024 uitspraak gedaan. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. A.J. de Boer, had een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in te stellen na de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Deze aanvraag was op 2 april 2024 afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 2 mei 2024 behandeld, samen met een andere zaak (NL24.14836).
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag uitspraak is gedaan in de andere zaak, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 10 mei 2024 en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.