Op 15 mei 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pijnacker, betreffende een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2008. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 23 april 2024 werd behandeld. De kinderrechter heeft het college verzocht om een aangepast hulpverleningsplan voor de zitting van 15 mei 2024. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 april 2024 waren de minderjarige, zijn ouders en vertegenwoordigers van het college aanwezig. De kinderrechter heeft de minderjarige naar zijn mening gevraagd, maar hij was niet aanwezig op de zitting van 15 mei 2024 vanwege een schoolreis.
De ouders van de minderjarige zijn belast met het ouderlijk gezag en de minderjarige woonde bij hen. Het college verzocht om een voorwaardelijke machtiging voor opname in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, omdat de minderjarige in het verleden problemen had met zijn gedrag en niet meewerkte aan de hulpverlening. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van de minderjarige en dat een gesloten opname noodzakelijk is om te voorkomen dat hij zich onttrekt aan de benodigde jeugdhulp.
De kinderrechter heeft de voorwaardelijke machtiging verleend voor de duur van vier maanden, van 15 mei 2024 tot 15 september 2024, onder voorwaarden die zijn opgenomen in het hulpverleningsplan. Het verzoek om een zitting te houden voor de uitvoering van de machtiging werd afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken op 15 mei 2024 en op schrift gesteld op 27 mei 2024.