Op 22 mei 2024 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de wijziging van voorlopige voorzieningen met betrekking tot het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning en de zorgregeling voor minderjarige kinderen. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. E.M. Buijs-van Bemmel, verzocht om wijziging van de eerdere beschikking van 28 november 2023, waarin was bepaald dat de man kinderalimentatie diende te betalen en dat de vrouw het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning had. De man, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. W.N. Sardjoe, voerde verweer en vroeg om het uitsluitend gebruik van de woning aan hem toe te wijzen, omdat hij zijn onderneming niet kon drijven met de vrouw in de woning.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de man inmiddels bij zijn nieuwe partner woont, wat een gewijzigde omstandigheid vormt. De vrouw heeft echter aangegeven dat zij en de kinderen nog geen andere woonruimte hebben kunnen vinden en dat het in het belang van de kinderen is om in de echtelijke woning te blijven wonen. De rechtbank oordeelde dat het belang van de kinderen zwaarder weegt dan de belangen van de man om zijn onderneming te drijven zonder de aanwezigheid van de vrouw. De rechtbank heeft daarom besloten dat de vrouw het uitsluitend gebruik van de woning behoudt, ook na 1 juni 2024, en dat het verzoek van de man op dit punt wordt afgewezen.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen gewijzigde omstandigheden zijn die aanleiding geven om de toevertrouwing van de kinderen of de zorgregeling te wijzigen. De huidige situatie blijft gehandhaafd. De rechtbank heeft de man ook niet in zijn verzoeken tot wijziging van de kinderalimentatie kunnen tegemoetkomen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de man mag de woning niet betreden. De rechtbank heeft partijen aangeraden om zich aan te melden voor de Procedure Gezamenlijke Toegang Ouders (PGTO) om de echtscheidingsprocedure mogelijk te versnellen.