ECLI:NL:RBDHA:2024:798

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 januari 2024
Publicatiedatum
25 januari 2024
Zaaknummer
NL23.36604
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheidskwestie Roemenië

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 januari 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, die in deze procedure werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. K.J. Diender, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit besluit, genomen op 6 oktober 2023, hield in dat de asielaanvraag van verzoekster niet in behandeling zou worden genomen, omdat Roemenië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag.

Tijdens de zitting op 23 januari 2024, waar ook de gemachtigde van de staatssecretaris en een tolk aanwezig waren, is het beroep van verzoekster behandeld. De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat, gezien de uitspraak van vandaag, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. A. Sibma, die als voorzieningenrechter optrad, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open. De zaak is geregistreerd onder nummer NL23.36604.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.36604

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoekster

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. H.A. Jeuring),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. K.J. Diender).

Procesverloop

1. De staatssecretaris heeft op 6 oktober 2023 besloten de asielaanvraag van verzoekster niet in behandeling te nemen, omdat Roemenië daarvoor verantwoordelijk is (het bestreden besluit).
1.1.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De rechtbank heeft het beroep op 23 januari 2024 op zitting behandeld, gelijktijdig met het beroep. [1] Aan de zitting hebben deelgenomen: verzoekster, de gemachtigde van verzoekster, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Overwegingen

2. Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Sibma, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van A.P. Kuiters, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Zaak NL23.36603.