ECLI:NL:RBDHA:2024:792

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 januari 2024
Publicatiedatum
25 januari 2024
Zaaknummer
C/09/658412 / JE RK 23-2464
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van een minderjarige met ernstige ontwikkelingsbedreigingen en gedragsproblemen

Op 9 januari 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, hierna te noemen [kind], die onder toezicht is gesteld van Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om deze ondertoezichtstelling vanwege ernstige zorgen over het gedrag van [kind], die al jaren opstandig gedrag vertoont en gediagnosticeerd is met ADHD en autisme. Ondanks eerdere hulpverleningstrajecten is er geen verbetering opgetreden, en de ouders zijn niet in staat om de situatie zelfstandig te verbeteren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging en dat de veiligheid van [kind] en andere gezinsleden in het geding is. De kinderrechter heeft de gecertificeerde instelling verzocht om met klem alles in werking te zetten om de hulpverlening zo snel mogelijk op te starten. De ondertoezichtstelling is vastgesteld voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/658412 / JE RK 23-2464
Datum uitspraak: 9 januari 2024
Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling
in de zaak van
De Raad voor de Kinderbescherming,
’sGravenhage,
hierna te noemen: de Raad,
over
[kind], geboren op [geboortedag] 2009 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [kind] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[vader],
hierna te noemen: de vader,
en
[moeder],
hierna te noemen: de moeder,
hierna tezamen te noemen: de ouders,
beiden wonende in [woonplaats] .
De kinderrechter merkt als informant aan:
Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 14 december 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 9 januari 2024. Daarbij waren aanwezig:
  • [naam 1] en [naam 2] namens de Raad;
  • [naam 3] namens de gecertificeerde instelling;
  • de ouders;
- [naam 4] (Coach E25) als toehoorder.
1.3.
De kinderrechter heeft [kind] naar zijn mening gevraagd. [kind] heeft hierover een gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [kind] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
[kind] is erkend door de vader.
2.2.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [kind] .
2.3.
[kind] woont bij de ouders.

3.Het verzoek

3.1.
De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [kind] voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
3.2.
De Raad heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. Er zijn grote zorgen over het gedrag van [kind] . Hij laat al jaren opstandig gedrag zien. In 2016 is [kind] gediagnosticeerd met ADHD en in 2017 is de diagnose ADHD en autisme gesteld. [kind] is hiervoor onvoldoende begeleid, omdat hij hier niet voor open staat. De gedragsproblemen van [kind] nemen de laatste jaren toe. Hij is zelfbepalend, accepteert geen gezag en loopt bij conflicten weg. Daarnaast is hij geregeld verbaal en fysiek agressief tegenover de ouders, zijn zus en zijn broertje. [kind] accepteert geen nee, is eisend en reageert met boosheid als hij wordt begrensd. [kind] is ook bekend met middelengebruik (blowen en alcohol). Door het opstandige gedrag van [kind] loopt ook zijn schoolgang niet goed. Leerplicht is inmiddels betrokken en er is op 26 september 2023 een proces-verbaal opgemaakt wegens ongeoorloofd schoolverzuim. Het hele gezin gaat gebukt onder de situatie. Het lukt de ouders niet om het contact met [kind] zelfstandig te verbeteren en het negatieve gedrag van [kind] positief om te buigen. De Raad vindt het belangrijk dat er opnieuw diagnostiek verricht gaat worden zodat er passende behandeling kan komen voor [kind] . Het is daarnaast belangrijk dat er duidelijke afspraken gemaakt worden waarbij [kind] , de ouders, zijn zus en zijn broertje ondersteuning krijgen om het contact tussen hen te herstellen. Er zal ingezet worden op individuele behandeling van [kind] en systemische begeleiding. Ondanks de inzet van diverse vormen van vrijwillige hulpverlening is het niet gelukt om de zorgen weg te nemen en het patroon van weglopen, ruzies en escalaties te doorbreken. De Raad verzoekt daarom om [kind] onder toezicht te stellen voor de duur van een jaar. De Raad heeft ook een uithuisplaatsing overwogen, maar ziet daartoe op dit moment onvoldoende gronden, omdat de hulpverlening in de thuissituatie nog onvoldoende van de grond is gekomen. De Raad vindt de situatie wel heel zorgwekkend. Het is noodzakelijk dat er een jeugdbeschermer bij het gezin betrokken wordt die zo snel mogelijk de regie over de hulpverlening op zich gaat nemen en de ouders gaat ondersteunen.

4.De standpunten

4.1.
De gecertificeerde instelling heeft zich niet uitdrukkelijk uitgelaten over het verzoek. De gecertificeerde instelling heeft ter zitting naar voren gebracht dat er nog geen vaste jeugdbeschermer voor het gezin beschikbaar is.
4.2.
De ouders hebben ingestemd met het verzochte. De ouders maken zich grote zorgen over het gedrag van [kind] . [kind] laat zich niet begrenzen en accepteert geen gezag. De ouders gaan op dit moment confrontaties uit de weg om verbale en fysieke escalaties in de thuissituatie te voorkomen. De afgelopen jaren zijn er diverse hulpverleningstrajecten gestart maar dit heeft niet voor verbetering gezorgd, omdat [kind] niet mee wilde werken aan de hulpverlening. De ouders zijn bereid overal aan mee te werken. Op dit moment is hun draagkracht echter laag. Het is belangrijk dat er wat gaat veranderen. Daarvoor is het nodig dat er een professionele instantie betrokken wordt die de ouders kan ondersteunen en mee kan beslissen.

5.De beoordeling

5.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
5.2.
Daartoe overweegt de kinderrechter dat er sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging van [kind] . De zorgen over [kind] zijn met name gelegen in zijn opstandige gedrag. [kind] is zelfbepalend, accepteert geen gezag en hij laat zich niet begrenzen. De ouders zijn de grip op [kind] volledig kwijt. Het ontaardt thuis geregeld in verbale en fysieke escalaties. Daardoor zijn er grote zorgen over de veiligheid van [kind] en de andere gezinsleden. Verder zijn er ook zorgen over de schoolgang van [kind] , zijn middelengebruik en zijn vriendenkring. De ouders zijn fors overbelast en zijn op dit moment niet in staat om de zorgen over [kind] zelfstandig weg te nemen. De afgelopen jaren zijn er in vrijwillig kader diverse vormen van hulpverlening geprobeerd in te zetten, maar het ontbreekt bij [kind] aan intrinsieke motivatie om met de hulpverlening aan de slag te gaan. De kinderrechter vindt het daarom noodzakelijk dat er gedwongen hulpverlening bij [kind] en het gezin betrokken wordt. Het is belangrijk dat er de komende periode wordt onderzocht welke hulpverlening voor [kind] noodzakelijk is. Daarvoor kan het helpend zijn om opnieuw diagnostiek te verrichten. Ook is het belangrijk dat er met voortvarendheid afspraken worden gemaakt om de veiligheid van [kind] en de andere gezinsleden, waaronder ook een broertje en een zus, te waarborgen. De rechtbank begrijpt daarbij dat de gecertificeerde instelling te maken heeft met wachtlijstproblematiek, maar verzoekt de gecertificeerde instelling onder de gegeven omstandigheden wel met klem om alles in werking te zetten om de hulpverlening zo snel mogelijk van de grond te krijgen. Gelet op de forse zorgen die er zijn en de tijd die nodig is om de negatieve patronen te doorbreken, acht de kinderrechter de verzochte termijn van een jaar passend en geboden. De kinderrechter wijst het verzoek, waartegen geen verweer is gevoerd, dan ook toe als verzocht.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
stelt [kind] onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden met ingang van 9 januari 2024 tot 9 januari 2025;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 9 januari 2024 door mr. B. Martinez-Hammer, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. J.M. Dreef als griffier, en op schrift gesteld op 25 januari 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.