ECLI:NL:RBDHA:2024:7919

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 mei 2024
Publicatiedatum
24 mei 2024
Zaaknummer
C/09/642121 / FA RK 23-765
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontkenning vaderschap, gerechtelijke vaststelling ouderschap en wijziging geslachtsnaam in een familierechtelijke procedure met Eritrese nationaliteit

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 mei 2024 uitspraak gedaan in een familierechtelijke procedure betreffende de ontkenning van het vaderschap, de gerechtelijke vaststelling van het ouderschap en de wijziging van de geslachtsnaam van twee minderjarigen. De moeder, met Eritrese nationaliteit, heeft een verzoek ingediend om het vaderschap van de juridische vader te ontkennen en het ouderschap van de biologische vader vast te stellen. De juridische vader, die niet op de zitting verscheen, is de man van de moeder, met wie zij gehuwd is in Eritrea. De biologische vader heeft ingestemd met de verzoeken van de moeder. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man juridisch de vader is van de kinderen, maar dat de biologische vader de werkelijke vader is, zoals bevestigd door DNA-testen. De rechtbank heeft de moeder niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap, maar heeft het verzoek van de bijzondere curator tot ontkenning van het vaderschap gegrond verklaard. Tevens is het ouderschap van de biologische vader vastgesteld, en is besloten dat de kinderen de geslachtsnaam van de biologische vader zullen dragen. De rechtbank heeft de werkzaamheden van de bijzondere curator beëindigd en de proceskosten gecompenseerd.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 23-765
Zaaknummer: C/09/642121
Datum beschikking: 23 mei 2024
Ontkenning vaderschap, gerechtelijke vaststelling ouderschap en wijziging geslachtsnaam

Beschikking op het op 2 februari 2023 ingekomen verzoekschrift van:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende in [woonplaats 1] , gemeente [gemeente] ,
advocaat: mr. P.R.L.V.M. Kruik in ’s-Gravenhage.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
ten aanzien van de ontkenning van het vaderschap:

[de man] ,

de juridische vader, hierna: de man,
zonder bekende woon- en/of verblijfplaats binnen of buiten Nederland,
ten aanzien van de gerechtelijke vaststelling van het ouderschap:

[biologische vader] ,

de biologische vader, hierna: [biologische vader] ,
wonende in [woonplaats 2] ,
ten aanzien van de ontkenning van het vaderschap en de gerechtelijke vaststelling van het ouderschap:
de minderjarigen:
  • [minderjarige 1](hierna: [minderjarige 1] ), geboren op [geboortedag 1] 2021 in ’ [geboorteplaats 1] ;
  • [minderjarige 2](hierna: [minderjarige 2] ), geboren op [geboortedag 2] 2023 in [geboorteplaats 1] .
in rechte vertegenwoordigd door mr. J.C. Herweijer, advocaat in Rijswijk, in hoedanigheid van bijzondere curator.

Procedure

Bij beschikking van 15 februari 2023 is mr. J.C. Herweijer benoemd als bijzondere curator over [minderjarige 1] en is iedere verdere beslissing pro forma aangehouden.
Bij beschikking van 1 november 2023 is mr. J.C. Herweijer benoemd als bijzondere curator over [minderjarige 2] en is iedere verdere beslissing pro forma aangehouden.
De rechtbank heeft (opnieuw) kennisgenomen van de stukken, waaronder van:
  • het verzoekschrift, met bijlagen;
  • het verslag van de bijzondere curator, ingekomen op 2 augustus 2023;
  • het F9-formulier van de moeder van 22 september 2023, waarin zij haar verzoeken aanvult;
  • het aanvullend verslag van de bijzondere curator, ingekomen op 12 april 2024.
Op 25 april 2024 is de zaak op de zitting behandeld in de vorm van
een gecombineerde behandelingvan zowel onderhavige verzoeken als het verzoek tot echtscheiding (C/09/641853 en FA RK 23-625). Op laatstgenoemd verzoek wordt bij afzonderlijke beschikking beslist.
Op de zitting zijn verschenen:
  • de moeder bijgestaan door haar advocaat en een tolk;
  • de bijzondere curator.
De man is opgeroepen in de Staatscourant van 23 januari 2024, nummer 2536, maar is niet op de zitting verschenen.
De biologische vader is ook niet op de zitting verschenen, maar wachtte buiten de zittingszaal met de kinderen.
Na de zitting heeft de rechtbank ontvangen:
- het F9-formulier van 26 april 2024 van de moeder, met bijlage.

Feiten

  • Volgens een uittreksel uit de Basisregistratie Personen (BRP) is de moeder geboren op
  • De moeder en de man zijn met elkaar gehuwd op [huwelijksdag] 2011 in [plaats] , Eritrea.
  • Binnen het huwelijk van partijen zijn in Nederland voornoemde kinderen geboren.
  • In de geboorteakte van [minderjarige 1] is opgenomen dat [biologische vader] , geboren op
  • In de geboorteakte van [minderjarige 2] is opgenomen dat de moeder aangifte van de geboorte heeft gedaan. De man staat als de vader vermeld op de geboorteakte van [minderjarige 2] .
  • De moeder heeft een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd, [minderjarige 1] heeft een verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd tot 12 augustus 2026 en [minderjarige 2] heeft een verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd tot 1 september 2028.
  • Volgens uittreksels uit de BRP hebben de moeder en de kinderen de Eritrese nationaliteit en [biologische vader] in ieder geval de Nederlandse nationaliteit.
  • De man staat niet geregistreerd in de BRP. Volgens het door moeder overgelegde afschrift van de kerkelijke huwelijksakte had de man ten tijde van het huwelijk de Eritrese nationaliteit.
  • Uit een kopie van het DNA-Test bericht van 28 april 2023 van het DNA Diagnostics Center (DDC) blijkt dat praktisch bewezen is (afgerond 99,9%) dat [biologische vader] de biologische vader is van [minderjarige 1] .
  • Uit een kopie van het DNA-Test bericht van 11 september 2023 van het DDC blijkt dat praktisch bewezen is (afgerond 99,9%) dat [biologische vader] de biologische vader is van [minderjarige 2] .

Verzoek en verweer

De moeder verzoekt, na wijziging, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
  • een bijzondere curator over de kinderen te benoemen;
  • gegrond te verklaren het verzoek tot de ontkenning van het vaderschap van de man over de kinderen;
  • onder de voorwaarde dat de beslissing tot ontkenning van het vaderschap in kracht van gewijsde is gegaan: het ouderschap van [biologische vader] over de kinderen gerechtelijk vast te stellen;
  • te bepalen dat de kinderen de geslachtsnaam [biologische vader] zullen dragen;
  • de griffier te gelasten een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand;
  • te bepalen dat ieder de eigen proceskosten draagt.
De bijzondere curator adviseert
primairom de moeder ontvankelijk te verklaren in haar verzoek tot ontkenning van het ouderschap en
subsidiairde bijzondere curator ontvankelijk te verklaren in het overgenomen verzoek tot ontkenning van het ouderschap en het verzoek tot ontkenning van het ouderschap gegrond te verklaren. Daarnaast verzoekt de bijzondere curator om hem te ontslaan van zijn taak als bijzondere curator.
De man heeft geen verweer gevoerd.
De biologische vader heeft ingestemd met de verzoeken.

Beoordeling

Rechtsmacht
Omdat de moeder en de kinderen in Nederland wonen, heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht om te beslissen op de voorliggende verzoeken op grond van artikel 3 aanhef en onder a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
Ontkenning vaderschap
Toepasselijk recht
Op grond van artikel 10:93 eerste lid van het Burgerlijk Wetboek (BW) in samenhang met artikel 10:92 eerste lid BW is op het verzoek tot ontkenning van het vaderschap het recht van de gemeenschappelijke nationaliteit van de moeder en de man ten tijde van de geboorte van het kind, dan wel indien dit ontbreekt het recht van de staat waar de moeder en de man hun gewone verblijfplaats hebben ten tijde van de geboorte van het kind, dan wel indien dit ook ontbreekt het recht van de staat van de gewone verblijfplaats van het kind ten tijde van de geboorte van het kind.
De moeder heeft de Eritrese nationaliteit. De rechtbank heeft niet kunnen vaststellen over welke nationaliteit de man ten tijde van de geboorte van de kinderen beschikte. Op grond van artikel 10:17 eerste lid BW wordt echter de persoonlijke staat van een vreemdeling aan wie een verblijfsvergunning asiel (on)bepaalde tijd is verleend, beheerst door het recht van haar woonplaats, of, indien zij geen woonplaats heeft, door het recht van haar verblijfplaats.
Ten tijde van de geboorte van de kinderen beschikte de moeder over een dergelijke asielstatus. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de moeder en de man, hoe dan ook, door de toepassing van artikel 10:17 BW, geen gemeenschappelijke nationaliteit hadden op dat moment en bovendien ook geen gemeenschappelijke gewone verblijfplaats hadden. Op grond van de gewone verblijfplaats van de kinderen is hier het Nederlands recht van toepassing.
Vaderschap
Omdat de man ten tijde van de geboorte van de kinderen met de moeder was gehuwd, is hij op grond van artikel 1:199 onder a BW de juridische vader van de kinderen.
Ontvankelijkheid
Anders dan de moeder en de bijzondere curator, is de rechtbank van oordeel dat geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. De rechtbank verklaart de moeder daarom niet-ontvankelijk in haar verzoek tot gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap van de man over de kinderen.
De rechtbank is van oordeel dat de bijzondere curator namens de kinderen op grond van artikel 1:200 zesde lid BW wel ontvankelijk is in zijn verzoek tot gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap van de man over de kinderen.
Inhoudelijke beoordeling
Op grond van artikel 1:200 eerste lid BW kan het vaderschap worden ontkend op de grond dat de juridische vader niet de biologische vader van het kind is.
De rechtbank is niet gebleken van feiten die het mogelijk maken dat de man toch de biologische vader is van de kinderen of dat de man toestemming heeft gegeven tot een daad die de verwekking tot gevolg heeft gehad. Daarnaast blijkt uit het ingediende DNA-rapport dat praktisch bewezen is (afgerond 99,9%) dat [biologische vader] de biologische vader is van de kinderen. Onder deze omstandigheden en omdat ook niet is gebleken dat het verzoek onrechtmatig of ongegrond is, zal de rechtbank het verzoek van de bijzondere curator
tot gegrondverklaring van de ontkenning van het ouderschap van de man over de kinderen toewijzen.
Gerechtelijke vaststelling ouderschap
Toepasselijk recht
Artikel 10:97 eerste lid BW bepaalt dat de vraag of en onder welke voorwaarden het ouderschap van een man gerechtelijk kan worden vastgesteld, dient te worden beantwoord door toepassing van het recht van de staat van de gemeenschappelijke nationaliteit van de man en de moeder, of indien dit ontbreekt, door het recht van de staat waar de man en de moeder elk hun gewone verblijfplaats hebben of, indien dit ook ontbreekt, door het recht van de staat van de gewone verblijfplaats van het kind. Voor de toepassing van het eerste lid is bepalend het tijdstip van indiening van het verzoek.
Omdat de moeder, zoals eerder al vermeld, een asielstatus heeft zoals bedoeld in artikel 10:17 BW, en zij en de man daarom geen gemeenschappelijke nationaliteit hadden en bovendien ook geen gemeenschappelijke gewone verblijfplaats hadden, is op grond van de gewone verblijfplaats van de kinderen ook hier Nederlands recht van toepassing.
Ontvankelijkheid
Omdat de moeder haar verzoek binnen vijf na de geboorte van de kinderen heeft ingediend, is zij op grond van artikel 1:207 derde lid BW ontvankelijk in haar verzoek.
Inhoudelijke beoordeling
Op grond van artikel 1:207 eerste lid BW kan het ouderschap van een persoon, ook indien deze is overleden, op de grond dat deze de verwekker is van het kind of op de grond dat deze als levensgezel van de moeder heeft ingestemd met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad door de rechtbank worden vastgesteld op verzoek van a) de moeder, tenzij het kind de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt of b) het kind. Op grond van het tweede lid van voornoemd artikel kan de vaststelling van het ouderschap – voor zover hier van belang – niet geschieden indien het kind twee ouders heeft.
Omdat van overige bezwaren als bedoeld in artikel 1:207 BW niet is gebleken en omdat de biologische vader heeft ingestemd met het verzoek, zal de rechtbank het verzoek van de moeder om het ouderschap van de biologische vader gerechtelijk vast te stellen, toewijzen als na te melden.
Wijziging geslachtsnaam
Toepasselijk recht
Hoewel de moeder een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd heeft, hebben de kinderen een verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd. Nog daargelaten of op basis daarvan artikel 10:19 BW of artikel 10:17 BW van toepassing is, is de rechtbank van oordeel dat hier hoe dan ook Nederlands recht moet worden toegepast. Dit vanwege de openbare ordeexceptie (zie in dit kader ook GS Personen- en familierecht, art. 10:19 BW, aant. 6 van prof. mr. G.R. de Groot en mr. D.AJ.G. de Groot).
Inhoudelijke beoordeling
De gegrondverklaring van de ontkenning van het ouderschap van de man over de kinderen heeft, nadat deze beslissing in kracht van gewijsde is gegaan, terugwerkende kracht op grond van artikel 1:202 BW. De man wordt geacht nooit de vader van de kinderen te zijn geweest. Op grond van artikel 1:5 eerste lid BW hebben de kinderen dan de geslachtsnaam van de moeder. Op grond van artikel 1:5 tweede lid BW houdt een kind, indien het door gerechtelijke vaststelling van het ouderschap in familierechtelijke betrekking tot de vader komt te staan de geslachtsnaam van de moeder, tenzij de moeder en de man wiens vaderschap is vastgesteld, ter gelegenheid van de vaststelling gezamenlijk verklaren dat de kinderen de geslachtsnaam van de vader zullen hebben.
Naar de rechtbank begrijpt hebben de moeder en de biologische vader nu gezamenlijk verklaard dat de kinderen de geslachtsnaam [biologische vader] zullen hebben. De rechtbank zal deze verklaring opnemen in het dictum van deze beschikking.
Afschrift beschikking
De rechtbank zal het verzoek van de moeder om de griffier te gelasten een afschrift van deze beschikking aan de ambtenaar van de burgerlijke stand te zenden afwijzen bij gebrek aan belang, omdat deze verplichting op grond van artikel 1:20e BW al uit de wet voortvloeit.
Bijzondere curator
Uit de te nemen beslissingen volgt dat vertegenwoordiging van de kinderen door een bijzondere curator in deze procedure niet meer nodig is. De rechtbank beschouwt de werkzaamheden van de bijzondere curator voor deze procedure daarom als beëindigd.
Proceskosten
Omdat het hier een procedure van familierechtelijke aard betreft, zal de rechtbank de proceskosten compenseren zoals hierna vermeld.

Beslissing

De rechtbank:
*
verklaart de moeder niet-ontvankelijk in haar verzoek tot gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap;
*
verklaart gegrond het verzoek van de bijzondere curator tot ontkenning van het vaderschap van:
- [de man] , geboren op [geboortedag 5] 1986 in [geboorteplaats 2] , Eritrea;
over de minderjarigen:
  • [minderjarige 1] , geboren op [geboortedag 1] 2021 in [geboorteplaats 1] ;
  • [minderjarige 2] , geboren op [geboortedag 2] 2023 in ’ [geboorteplaats 1] ;
uit:
- [de moeder] , geboren op [geboortedag 3] 1993 in [geboorteplaats 2] , Eritrea;
*
stelt – onder de voorwaarde dat de beslissing tot ontkenning van het vaderschap onherroepelijk is geworden – vast het ouderschap van:
- [biologische vader] , geboren op [geboortedag 4] 1995 in [geboorteplaats 3] , Eritrea;
over:
  • [minderjarige 1] , geboren op [geboortedag 1] 2021 in ’ [geboorteplaats 1] ;
  • [minderjarige 2] , geboren op [geboortedag 2] 2023 in ’ [geboorteplaats 1] ;
uit:
- [de moeder] , geboren op [geboortedag 3] 1993 in [geboorteplaats 2] , Eritrea;
waarbij de moeder en de biologische vader hebben verklaard dat voornoemde minderjarigen de geslachtsnaam “ [biologische vader] ” zullen dragen;
*
beschouwt de werkzaamheden van de bijzondere curator voor deze procedure als beëindigd;
*
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M.M. Vingerling, (kinder)rechter, in tegenwoordigheid van mr. S. Sluijmer als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 23 mei 2024.