Uitspraak
Ontbinding geregistreerd partnerschap met nevenvoorzieningen
Beschikking op het op 27 maart 2023 ingekomen verzoek van:
[verzoekster] ,
[belanghebbende] ,
Procedure
Feiten
Voorjaarsvakantie: in de even jaren verblijft [minderjarige 1] bij de vrouw, in de oneven jaren bij de man;
Meivakantie: in de even jaren verblijft [minderjarige 1] de eerste helft van de meivakantie bij de vrouw en de tweede helft bij de man, in de oneven jaren omgekeerd;
Zomervakantie: [minderjarige 1] verblijft de helft van de zomervakantie bij de vrouw en de andere helft van de zomervakantie bij de man, waarbij [minderjarige 1] maximaal twee weken aaneengesloten maar in totaal drie weken bij elke ouder verblijft èn [minderjarige 1] in de oneven jaren de eerste twee weken bij de man en in de even jaren de eerste twee weken bij de vrouw verblijft;
Herfstvakantie: [minderjarige 1] verblijft in de even jaren bij de man, in de oneven jaren bij de vrouw;
Kerstvakantie: [minderjarige 1] verblijft in de even jaren de eerste helft van de kerstvakantie bij de vrouw, inclusief eerstekerstdag, en in de tweede helft van de kerstvakantie bij de man, inclusief tweede kerstdag en 31 december, in de oneven jaren omgekeerd;
Verzoek en verweer
Beoordeling
€ 5.492,-netto per maand (60% van € 9.153,- per maand).
€ 2.035,-netto per maand (€ 5.492,- + 428 (bijdrage kosten kinderen) - € 3.885,- (huidig NBI van de vrouw)). Dit correspondeert met een bruto aanvullende behoefte van
€ 3.946,-.
tothet moment van overname/verkoop van de echtelijke woning bedraagt € 1.710,- (60% x [NBI – (€ 2.350,- + € 1175,-)]). Hierop wordt het aandeel van de man in de kosten van [minderjarige 1] van € 442,- per maand in mindering gebracht. De man heeft daarom voorlopig een draagkracht beschikbaar van
€ 1.268,-netto per maand. Gebruteerd komt dit neer op
€ 2.011,-.
.De man heeft daarom
vanafhet moment van overname/ verkoop van de echtelijke woning een draagkracht beschikbaar van
€ 1.513,-netto per maand. Gebruteerd komt dit neer op
€ 2.400,-.
voorlopigeen draagkracht voor partneralimentatie van
€ 1.268,-per maand en
na overname/ verkoop van de echtelijke woningeen draagkracht van
€ 1.513,-per maand. De aanvullende behoefte van de vrouw bedraagt
€ 2.035,-, wat betekent dat de man niet voldoende draagkracht heeft om de volledige aanvullende behoefte van de vrouw te voorzien. De rechtbank zal daarom bepalen dat de man zijn gehele draagkracht moet aanwenden. Dat heeft tot gevolg dat de man tot verkoop van de echtelijke woning een alimentatie zal moeten betalen van
€ 2.011,-bruto per maand en na verkoop van
€ 2.400,-bruto per maand. De rechtbank acht het redelijk en billijk om deze bedragen aan partneralimentatie vast te stellen.
Een partner heeft een vergoedingsrecht jegens de andere partner, indien een bedrag of waarde ten behoeve van die andere partner aan zijn vermogen is onttrokken. De vergoeding is gelijk aan het bedrag of de waarde ten tijde van de onttrekking, ongeacht waarvoor het onttrokken bedrag of de onttrokken waarde is aangewend.
(…)”
Beslissing
Meivakantie: in de even jaren verblijft [minderjarige 1] de eerste helft van de meivakantie bij de vrouw en de tweede helft bij de man, in de oneven jaren omgekeerd;
Zomervakantie: [minderjarige 1] verblijft de helft van de zomervakantie bij de vrouw en de andere helft van de zomervakantie bij de man, waarbij [minderjarige 1] maximaal twee weken aaneengesloten maar in totaal drie weken bij elke ouder verblijft èn [minderjarige 1] in de oneven jaren de eerste twee weken bij de man en in de even jaren de eerste twee weken bij de vrouw verblijft;
Herfstvakantie: [minderjarige 1] verblijft in de even jaren bij de man, in de oneven jaren bij de vrouw;
Kerstvakantie: [minderjarige 1] verblijft in de even jaren de eerste helft van de kerstvakantie bij de vrouw, inclusief eerste kerstdag, en in de tweede helft van de kerstvakantie bij de man, inclusief tweede kerstdag en 31 december, in de oneven jaren omgekeerd en dat;
- tot het momentdat de echtelijke woning door de vrouw is overgenomen/ aan een derde is verkocht een partneralimentatie van
€ 2.011,-bruto per maand zal betalen, telkens bij vooruitbetaling te voldoen en; - vanaf het momentdat de echtelijke woning door de vrouw is overgenomen/ aan een derde is verkocht een partneralimentatie van
€ 2.400,-bruto per maand zal betalen, telkens bij vooruitbetaling te voldoen.