ECLI:NL:RBDHA:2024:7883
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheid Bulgarije
In de zaak tussen de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. R.P.M. Ngasirin, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. M.K. Ruizendaal, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 mei 2024 uitspraak gedaan. De verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Bulgarije verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag van de verzoeker.
Tegen het besluit van de staatssecretaris heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 30 april 2024 behandeld, maar de verzoeker is niet verschenen, ondanks dat hij hiervan op de hoogte was gesteld. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
In de uitspraak van dezelfde dag, met zaaknummer NL24.14619, heeft de rechtbank al uitspraak gedaan op het beroep van de verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 7 mei 2024 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.