Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 mei 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd op 3 maart 2024. Eiser, van Tunesische nationaliteit, had beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 6 mei 2024, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring rechtmatig was en dat er geen volledige aanvraag was ingediend voor toetsing aan het EU-recht. Eiser had op 24 april 2024 een aanvraag gemaild, maar deze was niet correct ingediend en niet onderbouwd. De staatssecretaris had eiser de gelegenheid gegeven om de aanvraag aan te vullen, maar eiser had hiervan geen gebruik gemaakt. De rechtbank oordeelde dat de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) mocht worden voortgezet.
De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was om de maatregel op te heffen en dat het beroep ongegrond was. Eiser had geen recht op schadevergoeding en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 13 mei 2024.