Uitspraak
[eiser], uit [woonplaats], eiser
het Centrum Indicatiestelling Zorg, Ciz
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
1.1 In het besluit van 13 oktober 2022 heeft het Ciz aan eiser een indicatie afgegeven op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) voor beschermd wonen met intensieve dementiezorg (VV05).
1.2 Eiser heeft daartegen op 17 november 2022 bezwaar gemaakt. Het Ciz heeft dat bezwaar in de beslissing op bezwaar van 22 november 2022 niet-ontvankelijk verklaard.
1.3 Eiser heeft op 4 september 2023 nogmaals bezwaar gemaakt tegen de afgifte van de Wlz-indicatie. Het Ciz heeft dat bezwaar niet-ontvankelijk verklaard wegens onverschoonbare termijnoverschrijding. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
2. De rechtbank is van oordeel dat het Ciz niet bevoegd was om op het bezwaar van 4 september 2023 te beslissen. Eiser had al eerder bezwaar gemaakt tegen het besluit van 13 oktober 2022 waarbij hem een Wlz-indicatie was verleend. Op dat bezwaar heeft het Ciz beslist in de beslissing op bezwaar van 22 november 2022. Toen eiser op 4 september 2023 opnieuw bezwaar indiende had het Ciz dat bezwaar, gelet op artikel 6:15, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ter behandeling als beroep aan de rechtbank door moeten sturen.
3. De rechtbank merkt het bezwaar van 4 september 2023 alsnog aan als beroepschrift. Daarbij is de datum van indiening van het bezwaar bij verweerder bepalend voor de vraag of tijdig beroep is ingesteld. Dit volgt uit artikel 6:15, derde lid, van de Awb. Vast staat dat eiser zijn geschrift ruim buiten de gebruikelijke termijn van zes weken na de datum van het aangevochten besluit, en dus te laat, heeft ingediend. De reden die eiser in zijn brief van 30 september 2023 heeft opgegeven, maakt de termijnoverschrijding niet verschoonbaar. Eiser zegt dat hij pas een maand nadat hij op zijn huidig adres is gaan wonen wist dat hij onder de Wlz viel. De rechtbank stelt vast dat eiser al ten tijde van zijn eerste bezwaar (van 17 november 2022) op de hoogte was van de verleende Wlz-indicatie.
Conclusie en gevolgen4. Het beroep is niet-ontvankelijk.
5. De rechtbank geeft eiser ter informatie nog mee dat hij, wanneer hij wil dat het Ciz de Wlz-indicatie intrekt, daartoe een aanvraag bij het Ciz kan indienen.