ECLI:NL:RBDHA:2024:785
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Vreemdelingen Identiteitsbewijs en rechtmatig verblijf
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 22 januari 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een Vreemdelingen Identiteitsbewijs (VIB) beoordeeld. Eiseres, die stelt dat zij rechtmatig verblijf heeft in Nederland, heeft op 1 december 2021 een aanvraag ingediend voor een VIB type W of W2. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 13 december 2021 afgewezen, en het bezwaar tegen deze afwijzing is op 2 mei 2022 ongegrond verklaard. Eiseres heeft eerder, op 10 december 2020, een identieke aanvraag ingediend, die eveneens is afgewezen. De rechtbank behandelt het beroep op de zitting van 8 december 2023, maar eiseres en haar gemachtigde zijn niet verschenen.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft gesteld dat eiseres niet in aanmerking komt voor een VIB, omdat niet vaststaat dat zij rechtmatig verblijf heeft. Eiseres heeft de identiteit van haar zus aangenomen en heeft geen verblijfsvergunning. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken en stelt dat eiseres eerst haar identiteit moet laten wijzigen in de Basisregistratie Persoonsgegevens (BRP) voordat zij een VIB kan verkrijgen. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat eiseres geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten.