ECLI:NL:RBDHA:2024:7844

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 april 2024
Publicatiedatum
24 mei 2024
Zaaknummer
C/09/664341 / FA RK 24-2555, C/09/664303 / JE RK 24-636 en C/09/665279 / JE RK 24-765
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstel van ouderlijk gezag en ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van jeugdbescherming

In deze zaak heeft de kinderrechter op 29 april 2024 uitspraak gedaan over het herstel van het ouderlijk gezag van de moeder over haar minderjarige dochter, geboren in 2006. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om het gezag van de moeder te herstellen, aangezien zij in staat is om de verzorging en opvoeding van de minderjarige weer op zich te nemen. De moeder heeft blijk gegeven van betrokkenheid bij haar dochter en is open voor hulpverlening, ondanks dat zij slachtoffer is geworden van de toeslagenaffaire. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het gezag van de moeder kan en moet worden hersteld, en dat dit in het belang van de minderjarige is.

Daarnaast is de minderjarige onder toezicht gesteld tot haar meerderjarigheid, met als doel haar en de moeder te ondersteunen bij praktische zaken. De kinderrechter heeft ook bevestigd dat de eerder verleende machtiging voor gesloten jeugdhulp tot de meerderjarigheid van de minderjarige blijft bestaan. De kinderrechter heeft benadrukt dat de ondertoezichtstelling bedoeld is om de moeder en de minderjarige te ondersteunen in hun ontwikkeling en dat er geen twijfel bestaat over de opvoedcapaciteiten van de moeder. De beslissing is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummers: C/09/664341 / FA RK 24-2555
C/09/664303 / JE RK 24-636
C/09/665279 / JE RK 24-765
Datum uitspraak: 29 april 2024
Beschikking van de kinderrechter
I. Herstel ouderlijk gezag
II. Ondertoezichtstelling
III. Bevestiging machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
de Raad voor de Kinderbescherming,
'sGravenhage,
hierna te noemen: de Raad,
over
[minderjarige], geboren op [geboortedatum 1] 2006 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. B.S. van Haeften te Den Haag.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [woonplaats] .
Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
  • verzoekschrift I met bijlagen, ontvangen op 9 april 2024;
  • verzoekschrift II met bijlagen, ontvangen op 9 april 2024;
  • verzoekschrift III met bijlagen, ontvangen op 24 april 2024;
- de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 24 april 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 29 april 2024. Daarbij waren aanwezig:
  • [naam 1] namens de Raad;
  • [naam 2] namens de gecertificeerde instelling;
  • de moeder;
  • [minderjarige] ;
  • de advocaat van [minderjarige] via telefonische verbinding.

2.De feiten

2.1.
[minderjarige] is erkend door de heer [de vader] (hierna te noemen: de vader).
2.2.
Bij beschikking van 29 november 2022 van de rechtbank Gelderland is het gezag van de moeder en de vader over [minderjarige] beëindigd en is Jeugdbescherming Gelderland belast met de voogdij over [minderjarige] .
2.3.
Bij beschikking van 20 juli 2023 van de rechtbank Gelderland is de voogdij over [minderjarige] van Jeugdbescherming Gelderland overgedragen aan Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden.
2.4.
[minderjarige] verblijft in een gesloten accommodatie, te weten bij Pactum in [plaatsnaam] .
2.5.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 12 maart 2024 een machtiging verleend om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 20 maart 2024 tot [geboortedatum 1] 2024.

3.Het verzoek

3.1.
De Raad verzoekt het gezag van de moeder te herstellen. Daarnaast verzoekt de Raad de ondertoezichtstelling van [minderjarige] tot aan haar meerderjarigheid, te weten tot [geboortedatum 1] 2024, en voor dezelfde duur een machtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven. De Raad verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2.
De Raad heeft de verzoeken als volgt gemotiveerd. De Raad heeft in februari 2024 een verzoek ontvangen van de gecertificeerde instelling om de moeder te herstellen in haar gezag en [minderjarige] onder toezicht te stellen tot aan haar meerderjarigheid. De moeder en [minderjarige] zijn slachtoffer geworden van de toeslagenaffaire. Volgens de gecertificeerde instelling zijn er geen belemmeringen om het gezag van de moeder te herstellen. Herstel van het gezag zou recht doen aan de moeder en [minderjarige] . De Raad sluit zich hierbij aan. Om de huidige plaatsing bij Pactum en de toekomstige plaatsing bij de Studio’s mogelijk te maken, is een gesloten machtiging noodzakelijk. Er is al een gesloten machtiging afgegeven tot [geboortedatum 1] 2024, maar dat betreft een gesloten machtiging in het kader van de voogdij. Aangezien er is verzocht om het gezag van de moeder te herstellen en [minderjarige] onder toezicht te stellen, verzoekt de Raad voor de zekerheid om een nieuwe gesloten machtiging in het kader van de ondertoezichtstelling.

4.De standpunten

4.1.
De gecertificeerde instelling heeft naar voren gebracht dat [minderjarige] veel heeft meegemaakt in haar leven en weinig stabiliteit heeft gekend. Zij laat op dit moment nog veel gedragsproblemen zien en heeft nog een lange weg te gaan. Zij verblijft sinds 20 december 2023 op een gesloten groep binnen Pactum, omdat er grote zorgen waren over haar veiligheid. Het is de verwachting dat zij in mei 2024 overgeplaatst kan worden naar de Studio’s van Horizon, waar zij binnen een besloten groep leert omgaan met vrijheden en intensief begeleid kan worden in haar groei naar volwassenheid. Dit zal gecombineerd worden met intensieve coaching, behandeling en school.
4.2.
De moeder en [minderjarige] zijn slachtoffer geworden van de toeslagenaffaire. De moeder neemt de toenmalige jeugdbeschermer meerdere zaken kwalijk. De moeder meent dat zij zonder de toeslagenaffaire haar gezag nooit zou zijn kwijtgeraakt. Zij heeft haar leven goed op orde en de gecertificeerde instelling meent dan ook dat het gezag van de moeder hersteld moet worden. De moeder is betrokken bij [minderjarige] , is duidelijk naar [minderjarige] toe dat zij niet bij haar kan wonen, kan [minderjarige] motiveren tot samenwerking met de voogd en hulpverleningsinstanties. Verder ziet de moeder het belang van de betrokkenheid van een jeugdbeschermer, is zij open over haar zorgen omtrent [minderjarige] en laat zij zien over voldoende opvoedvaardigheden te beschikken. Herstel van het gezag is nodig om aan de moeder en [minderjarige] recht te doen. Ook kan het helpen bij het herstellen van het vertrouwen in (overheids)instanties. De gecertificeerde instelling acht een ondertoezichtstelling nog wel wenselijk om de moeder en [minderjarige] te ondersteunen bij de overplaatsing naar de regio Den Haag en om de nog betrokken hulpverlening te monitoren. Een machtiging gesloten jeugdhulp is nodig om de huidige en toekomstige plaatsing van [minderjarige] te formaliseren.
4.3.
De moeder heeft ingestemd met de verzoeken. Zij is blij dat het verzoek is gedaan om haar gezag te herstellen. De moeder heeft de afgelopen tijd goede gesprekken gevoerd met de voogd. Het is – ondanks haar wantrouwen jegens instanties – gelukt om een samenwerkingsrelatie met de gecertificeerde instelling aan te gaan. De moeder is dankbaar voor de steun die zij heeft ontvangen vanuit het Ondersteuningsteam Uithuisplaatsingen Toeslagenaffaire. Ook de financiële afwikkeling van de toeslagenaffaire is inmiddels afgerond. De moeder zal binnenkort haar verhaal op papier zetten als onderdeel van haar verwerkingsproces. Zij hoopt ook dat dit [minderjarige] de kans biedt om de moeder beter te begrijpen. De moeder staat achter het verzoek tot de ondertoezichtstelling van [minderjarige] . Er moeten nog veel zaken voor [minderjarige] geregeld worden en het is fijn als de moeder daarbij wordt ondersteund.
4.4.
[minderjarige] heeft zich – bij monde van haar advocaat – gerefereerd aan het oordeel van de kinderrechter ten aanzien van het verzoek tot de gesloten machtiging. De advocaat van [minderjarige] meent dat dit verzoek nimmer gedaan had hoeven worden, omdat er al een gesloten machtiging is afgegeven tot [geboortedatum 1] 2024. [minderjarige] heeft zelf naar voren gebracht dat het goed met haar gaat. [minderjarige] wil graag dat het gezag van haar moeder wordt hersteld. Zij begrijpt überhaupt niet waarom het gezag van de moeder ooit is beëindigd. [minderjarige] hoopt zo snel mogelijk overgeplaatst te kunnen worden naar de Studio’s.

5.De beoordeling

Herstel ouderlijk gezag
5.1.
Op grond van artikel 1:277 Burgerlijk Wetboek (BW) kan de rechtbank de ouder wiens gezag is beëindigd, op zijn verzoek in het gezag herstellen indien herstel in het gezag in het belang van de minderjarige is, en de ouder in staat is duurzaam de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige te dragen. Een dergelijk verzoek kan ook worden gedaan door de Raad, zo blijkt uit artikel 1:278 lid 1 BW.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat aan beide criteria van artikel 1:277 BW wordt voldaan. De Raad en de gecertificeerde instelling hebben voldoende onderbouwd dat de moeder in staat is om de verzorging en opvoeding van [minderjarige] weer te dragen. De moeder is betrokken bij [minderjarige] , geeft er blijk van in haar belang te handelen, staat open voor hulpverlening en kan [minderjarige] ook motiveren om mee te werken met de hulpverlening. De kinderrechter vindt het bewonderenswaardig dat het de betrokkenen is gelukt om een samenwerkingsrelatie aan te gaan en positieve stappen te zetten. Daarvoor wil de kinderrechter met name de moeder complimenteren. Ondanks het feit dat zij slachtoffer is geworden van de toeslagenaffaire is het haar gelukt om haar wantrouwen jegens de gecertificeerde instelling opzij te zetten en in het belang van [minderjarige] te denken en te handelen. De kinderrechter is er dan ook van overtuigd dat het gezag van de moeder kan én moet worden hersteld. De kinderrechter is bovendien van oordeel dat het ook in het belang van [minderjarige] is als zij de laatste maanden voordat zij meerderjarig wordt weer aan de moeder wordt toevertrouwd. Daarmee wordt duidelijkheid gecreëerd over haar toekomstperspectief en recht gedaan aan de huidige situatie. Gezien het voorstaande zal het verzoek van de Raad om de moeder te herstellen in het gezag over [minderjarige] worden toegewezen.
Ondertoezichtstelling
5.3.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 BW en de kinderrechter zal [minderjarige] daarom onder toezicht stellen tot haar meerderjarigheid, te weten tot [geboortedatum 1] 2024.
5.4.
Daartoe overweegt de kinderrechter dat er nog altijd zorgen zijn over de ontwikkeling van [minderjarige] . Zij heeft veel meegemaakt in haar leven en heeft weinig stabiliteit gekend. [minderjarige] heeft op dit moment nog veel gedragsproblemen en verblijft daarom op een gesloten groep van Pactum. De afgelopen maanden heeft [minderjarige] al positieve stappen gezet. Zij is gemotiveerd om te werken aan haar problemen en staat open voor hulpverlening. Ter zitting heeft de kinderrechter begrepen dat [minderjarige] binnenkort overgeplaatst kan worden naar de Studio’s in Den Haag. Deze plek lijkt geschikt te zijn voor [minderjarige] . Zij zou hier begeleiding en behandeling krijgen en klaargestoomd worden voor een zelfstandig leven. In het licht van de aanstaande overplaatsing en de naderende meerderjarigheid van [minderjarige] vindt de kinderrechter het noodzakelijk om [minderjarige] onder toezicht te stellen tot haar meerderjarigheid. De kinderrechter benadrukt geen twijfel te hebben aan de mogelijkheden en opvoedcapaciteiten van de moeder. De ondertoezichtstelling is in dit geval echt bedoeld om [minderjarige] én de moeder te ondersteunen bij (praktische) zaken. De moeder heeft ter zitting ook aangegeven het prettig te vinden als de gecertificeerde instelling haar nog wat langer kan ondersteunen. De kinderrechter wijst het verzoek tot de ondertoezichtstelling, waartegen geen verweer is gevoerd, dan ook toe als verzocht.
Bevestiging machtiging gesloten jeugdhulp
5.5.
Bij beschikking van 12 maart 2024 heeft de kinderrechter in deze rechtbank een machtiging verleend om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp van 20 maart 2024 tot [geboortedatum 1] 2024. De Raad heeft verzocht om een nieuwe machtiging gesloten jeugdhulp in het kader van een ondertoezichtstelling. Het feit dat het gezag van de moeder is hersteld en [minderjarige] dus niet langer onder voogdij staat, maakt echter naar het oordeel van de kinderrechter niet dat een nieuwe machtiging gesloten jeugdhulp noodzakelijk is. Er ligt een geldende machtiging tot gesloten jeugdhulp van [minderjarige] tot [geboortedatum 1] 2024 en de kinderrechter zal dan ook geen nieuwe machtiging verlenen. De kinderrechter heeft reeds bij beschikking van 12 maart 2024 bepaald dat een gesloten machtiging nodig is om de plaatsing bij Pactum en een overplaatsing naar de Studio’s mogelijk te maken. Ter zitting van 29 april 2024 is bevestigd dat [minderjarige] binnenkort naar de Studio’s kan verhuizen. Hiervoor is een gesloten machtiging vereist. De kinderrechter bevestigt daarom de beschikking van 12 maart 2024 verleende machtiging tot een gesloten plaatsing van [minderjarige] tot haar meerderjarigheid.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
herstelt het ouderlijk gezag van [de moeder] , geboren op [geboortedatum 2] 1989 in [geboorteplaats] , over de minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedatum 1] 2006 in [geboorteplaats] ;
6.2.
stelt [minderjarige] onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden met ingang van 29 april 2024 tot [geboortedatum 1] 2024;
6.3.
bevestigt de bij beschikking van 12 maart 2024 verleende machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot [geboortedatum 1] 2024;
6.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 29 april 2024 door mr. C.L. Strop, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. J.M. Dreef als griffier, en op schrift gesteld op 15 mei 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.