ECLI:NL:RBDHA:2024:7811
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om omgevingsvergunning voor transformatie kantoorgebouw naar studentenwoningen
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres, een B.V. uit [vestigingsplaats], tegen het buiten behandeling stellen van haar verzoek om een omgevingsvergunning voor het transformeren van een kantoorgebouw aan de [adres] in [plaatsnaam] naar tijdelijke studentenwoningen, het bouwen van een fietsenstalling en het verplaatsen van een hekwerk aan de voorzijde van het perceel. Eiseres is erfpachter van het perceel en heeft op 10 januari 2022 een tijdelijke omgevingsvergunning aangevraagd. Verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Delft, heeft het verzoek bij brief van 14 april 2022 buiten behandeling gesteld, omdat eiseres volgens verweerder geen belanghebbende is. Dit standpunt is gebaseerd op het feit dat de gemeente eigenaar is van het betrokken perceel en geen privaatrechtelijke toestemming heeft verleend voor het bouwplan. Eiseres beschikt wel over een tijdelijke omgevingsvergunning van rechtswege voor een gelijksoortig bouwplan, maar dit doet niet af aan de beoordeling van de rechtbank.
De rechtbank heeft het beroep op 15 april 2024 behandeld. Tijdens de zitting heeft eiseres erkend dat privaatrechtelijke toestemming van de gemeente vereist is om het bouwplan te verwezenlijken en dat zij deze toestemming niet heeft aangevraagd. De rechtbank oordeelt dat eiseres geen belanghebbende was bij de beslissing op haar verzoek om een omgevingsvergunning, waardoor het verzoek niet als aanvraag in de zin van de Awb kan worden beschouwd. Verweerder heeft het bezwaar van eiseres ten onrechte inhoudelijk beoordeeld en ongegrond verklaard. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres.