Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 mei 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een asielzoeker, eiser, die de Sierra Leoonse nationaliteit heeft. Eiser is in bewaring gesteld op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000, omdat er een significant risico bestaat dat hij zich aan het toezicht zal onttrekken. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft in de maatregel van bewaring verwezen naar de Dublinverordening en de gronden waarop de bewaring is gebaseerd. Eiser heeft betoogd dat hij belang hecht aan een rechtmatig verblijf in Nederland en dat hij niet zelfstandig naar Kroatië kan terugkeren, omdat Kroatië dat niet wil. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de zware gronden voor bewaring, zoals het niet op de juiste wijze binnenkomen van Nederland en het niet meewerken aan de overdracht naar Kroatië, terecht zijn toegepast. Eiser heeft geen overtuigende argumenten aangedragen die de maatregel van bewaring onrechtmatig zouden maken. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat een lichter middel, zoals een meldplicht, niet doeltreffend zou zijn in dit geval, gezien de eerdere verklaringen van eiser dat hij niet wil meewerken aan zijn overdracht. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.