ECLI:NL:RBDHA:2024:7775

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 april 2024
Publicatiedatum
23 mei 2024
Zaaknummer
AWB 23/11173
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning regulier en niet-ontvankelijkheid bezwaar

In deze zaak heeft eiser, die de Turkse nationaliteit heeft, een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier met als doel 'arbeid als zelfstandige'. Deze aanvraag is op 13 juli 2023 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar heeft in zijn bezwaarschrift geen adres vermeld. De Staatssecretaris heeft eiser op 15 augustus 2023 een herstelverzuimbrief gestuurd, waarin hij de gelegenheid kreeg om zijn bezwaarschrift aan te vullen met zijn adres of dat van zijn gemachtigde. Eiser heeft echter van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt en het bezwaar is op 13 september 2023 kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze niet-ontvankelijkverklaring. Tijdens de zitting op 7 maart 2024 heeft eiser digitaal deelgenomen, terwijl de Staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Eiser heeft aangevoerd dat hij de herstelverzuimbrief pas een week na verzending heeft ontvangen en daardoor onvoldoende tijd had om aanvullende documenten aan te leveren. De rechtbank overweegt echter dat de herstelverzuimbrief enkel betrekking had op het aanleveren van een adres. Eiser had, indien nodig, hulp moeten zoeken of contact moeten opnemen met de Staatssecretaris. De rechtbank concludeert dat het verzuim niet verschoonbaar is en dat de Staatssecretaris het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard.

De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. E.B.J. van Elden, rechter, en mr. T.M.M. Plukaard, griffier, en is openbaar uitgesproken op 24 april 2024.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 23/11173

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 april 2024 in de zaak tussen

[naam eiser] , eiser

V-nummer: [V-nummer]
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

(gemachtigde: mr. M. van Kersbergen).

Procesverloop

Bij besluit van 13 juli 2023 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met als doel 'arbeid als zelfstandige’ afgewezen.
Bij besluit van 13 september 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit (kennelijk) niet-ontvankelijk verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 maart 2024 in Rotterdam. Eiser heeft digitaal aan de zitting deelgenomen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser stelt de Turkse nationaliteit te hebben en te zijn geboren op [geboortedatum] 1974. Eiser heeft op 13 april 2023 de onderhavige aanvraag ingediend.
2. Verweerder heeft op 15 augustus 2023 eiser met een herstelverzuimbrief in de gelegenheid gesteld om het bezwaarschrift binnen twee weken aan te vullen met zijn adres of het adres van zijn gemachtigde. Eiser heeft van deze herstelmogelijkheid geen gebruik gemaakt. Gelet hierop heeft verweerder op 13 september 2023 het bezwaar (kennelijk) niet-ontvankelijk verklaard.
3. Niet in geschil is dat eiser in zijn bezwaarschrift geen adres heeft vermeld, dat hij geen gebruik heeft gemaakt van de door verweerder in dit verband geboden herstelmogelijkheid en dat er daarom sprake is van een verzuim. De vraag is of dit verzuim verschoonbaar is.
3.1
Eiser heeft aangevoerd dat hij de herstelverzuimbrief pas een week na de verzending ervan heeft ontvangen en bijgevolg slechts een week en daarom onvoldoende tijd had om aanvullende documenten aan te leveren in het kader van de aanvraag. Daar werd in die brief echter niet om gevraagd. Eiser heeft dus niet onderkend dat de herstelverzuimbrief enkel zag op het aanleveren van een adres om daarmee het gebrek in het bezwaarschrift te herstellen. Voor zover dit onduidelijk was voor eiser lag het op zijn weg om hulp te zoeken van een professional of contact op te nemen met verweerder. Eiser heeft dit niet gedaan. Dit komt voor rekening en risico van eiser. Eiser heeft er immers zelf voor gekozen om zonder professionele bijstand een aanvraag te doen terwijl hij de Nederlandse taal niet en de Engelse taal onvoldoende machtig is. Gelet op het voorgaande heeft verweerder niet ten onrechte het gebrek in het bezwaarschrift aan eiser tegengeworpen en het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep is daarom ongegrond.
4. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.B.J. van Elden, rechter, in aanwezigheid van
mr.T.M.M. Plukaard, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
24 april 2024
de rechter is verhinderd om deze uitspraak te tekenen
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen vier weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.