ECLI:NL:RBDHA:2024:7708
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Georgische eiser op basis van veilig land van herkomst
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Georgische eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. De eiser had op 29 februari 2024 asiel aangevraagd, maar zijn aanvraag werd op 19 maart 2024 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft de zaak op 18 april 2024 behandeld, waarbij de eiser en zijn gemachtigde, evenals de gemachtigde van de staatssecretaris, aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij behoort tot een van de uitzonderingscategorieën voor wie Georgië niet als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt. De rechtbank stelt vast dat de eiser zijn land heeft verlaten vanwege economische problemen en schulden, maar dat deze redenen niet voldoende zijn om asiel te verlenen. De rechtbank oordeelt dat de eiser niet heeft aangetoond dat hij bij terugkeer naar Georgië een reëel risico loopt op vervolging of ernstige schade. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de asielaanvraag.