Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Ambtshalve toetsing
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 april 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Algerijnse vreemdeling. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 29 maart 2024 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000. De vreemdeling, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. G.A. Dorsman, heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij tevens een verzoek om schadevergoeding indiende. Tijdens de zitting op 8 april 2024 heeft de vreemdeling aangevoerd dat hij procedureel rechtmatig verblijf had, omdat hij op 21 maart 2024 een aanvraag had ingediend voor toetsing aan het EU-recht. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de aanvraag onvolledig was ingediend en niet kon worden aangemerkt als een geldige aanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris de maatregel van bewaring terecht had opgelegd, omdat er risico's waren dat de vreemdeling zich aan het toezicht zou onttrekken en de uitzettingsprocedure zou bemoeilijken. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 11 april 2024.