Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De geldigheid van de dagvaarding
4.De bewijsbeslissing
- het proces-verbaal van aanhouding van de verdachte d.d. 19 januari 2021 (p. 22);
- het proces-verbaal d.d. 19 januari 2021 (p. 9 t/m 11);
- het proces-verbaal d.d. 19 januari 2021 (p. 12 t/m 14);
- het proces-verbaal d.d. 20 januari 2021 (p. 15 t/m 18);
- het proces-verbaal d.d. 20 januari 2021 (p. 19 t/m 20);
- de verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 10 januari 2024.
teverklaren dat in de woning van [slachtoffer] was ingebroken en dat bij deze inbraak goederen zijn weggenomen, wetende dat dat strafbare feit niet is gepleegd.
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De strafoplegging
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
dagvaarding IIvoor wat betreft het
onder 1ten laste gelegde
nietig;
- handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd, en;
- handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, en;
- handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II;
aangifte doen dat een strafbaar feit gepleegd is, wetende dat het niet gepleegd is;
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
240 (tweehonderdveertig) uren;
4 (vier) maanden;
voorlopige hechtenisvan de verdachte;