Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
eisende partij,
gemachtigde: mr. N.T.C. Vuik,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. J.N.A. Kilian.
1.Procedure
- de dagvaarding van 27 november 2023, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de akte overlegging producties van de zijde van [eiser] .
2.Feiten
(…) I indicated by phone that the estimated legal fees will be around 30K, where I want CEVA to pay all costs above 15K, (…) Otherwise, most of the additional compensation will have to be spent on paying the legal fees, which puts me in a difficult financial position. All these costs paid by Ceva are fiscally deductible anyhow. (…)
- Ceva deducts 15K from my additional compensation. Ceva will not pay me 80K, but 65K. For Ceva this doesn’t make any difference, for me it significantly will.
- All remaining legal costs above 15K (to be specified, but estimated around another 15K) will be paid by Ceva directly to my lawyer.
(…) Ok it’s understood
(…)
Legal costs up to 15,000 € will be for CEVA’s account and will be reimbursed directly to my lawyer (…) Additional legal costs as from 15,000 € will be for my account, but paid directly by CEVA to my lawyer on the basis of an invoice issued in my name and shared by my lawyer and set off completely against my additional compensation. This set-off should of course be specifically detailed in the payslip. For clarification purposes, if the legal costs would be in total 35K, 15K would be paid directly by CEVA to my lawyer and the remaining 20K will also be paid to my lawyer, but deducted from my additional compensation. In this example the additional compensation would then be decreased to 60K.
Employer pays a compensation for the costs of legal assistance to a maximum of€ 15,000,-- to be increased by office fee and VAT after receiving an invoice of the attorney in law of employee. Legal costs above € 15,000,-- to be increased by office fee and VAT will also be paid by employer and will be deducted from the compensation of € 80,000,-- gross (for example: if the legal costs amount to € 35,000,-- ex vat, € 15,000,-- to be increased by office fee and vat will be paid directly by Ceva to employees lawyer and the remaining of € 20,000,-- will also be paid to employees lawyer, and will be deducted from the compensation of € 80,000,--, so € 60,000,-- gross of compensation will be remained).”
3.Vordering, grondslag en verweer
€ 5.756,70 netto. Het feit dat salarisstrook met volgnummer 9 uitkomt op een netto minbedrag van € 5.756,70 maakt nog niet dat [eiser] aanspraak zou kunnen maken op een netto vergoeding van € 5.756,70. Ook de vordering op het netto-equivalent van € 17.062,50 is niet terecht. [eiser] verliest namelijk uit het oog dat de betaling van zijn eigen advocaatkosten door Ceva dient te worden gekwalificeerd als brutoloon en daarover dient loonbelasting te worden betaald. De salarisstrook met volgnummer 9 is dus conform hetgeen partijen in de vaststellingsovereenkomst zijn overeengekomen. Ceva heeft de totale kosten van de advocaat (€ 29.036,91) als brutoloon verwerkt waardoor daarover loonheffing is geheven. Ceva stelt zich daarbij op het standpunt dat zij die vergoeding fiscaal moet verlonen en dat bij [eiser] zo in rekening mag brengen. Ceva zou anders voor de loonheffing opdraaien waardoor zij bijna het dubbele aan advocaatkosten kwijt is. Volgens Ceva wist [eiser] dat de vergoeding verloond moest worden en wat de maximale vrije ruimte is voor de werkkostenregeling, temeer nu hij werd bijgestaan door een deskundige. Een verdubbeling van de advocaatkosten is volgens Ceva nooit de bedoeling van de regeling geweest. Indien [eiser] een nettovergoeding had gewild, omdat bruto het uitgangspunt is, had hij dat moeten melden, aldus Ceva.
4.Beoordeling
All these costs paid by Ceva are fiscally deductible anyhow". Nog los van de vraag of dit laatste fiscaal juist is, geeft dit wel de verwachting van [eiser] weer. Wat de verwachting van Ceva betreft is de mededeling “
I need to limit the lawyer costs to 30K (=15K for me).” relevant. Daaruit kan immers worden opgemaakt dat zij de verwachting had dat de advocaatkosten niet boven de 30K zouden uitkomen. Na deze e-mails is de vaststellingsovereenkomst opgesteld. Daarin wordt niet benoemd of de vergoeding van de advocaatkosten bruto of netto is. Opvallend is dat met betrekking tot de beëindigingsvergoeding en de transitievergoeding wel expliciet benoemd is dat die bedragen bruto zijn. De kantonrechter is gelet op het voorgaande van oordeel dat [eiser] uit de mededeling van Ceva over de maximum advocaatkosten redelijkerwijs niet hoefde te verwachten dat Ceva die kosten als een maximum bruto vergoeding heeft bedoeld, terwijl daartegenover Ceva wel redelijkerwijs had moeten begrijpen dat [eiser] een bruto/nettovoordeel op het oog had waarbij nog een expliciete voorbeeldberekening is gegeven. Hierbij weegt nog mee dat het niet ongebruikelijk is dat de loonbelasting over de advocaatkosten bij een vaststellingsovereenkomst voor rekening van de werkgever blijven. Dat het in dit specifieke geval om een aanzienlijk bedrag aan loonbelasting gaat maakt dat niet anders. Het had op de weg van Ceva gelegen om daar aan de voorkant duidelijkheid over te creëren.
The employer (…) and the employee grant each other, after effectuation of what is stipulated in this agreement and the appendix to this agreement (…) final discharge”. Er wordt immers finale kwijting verleend na uitvoering van hetgeen in de vaststellingsovereenkomst is bepaald. Zoals al eerder overwogen is daarin niet bepaald dat de advocaatkosten worden verloond. Die kosten dient Ceva daarom voor eigen rekening te nemen.
135,-