ECLI:NL:RBDHA:2024:7566

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 mei 2024
Publicatiedatum
21 mei 2024
Zaaknummer
NL24.16785
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Kroatië

In de zaak tussen [naam verzoeker] als verzoeker en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 mei 2024 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die door de Staatssecretaris op 8 april 2024 niet in behandeling is genomen. De reden hiervoor was dat Kroatië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag.

Verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 8 mei 2024, waarbij verzoeker werd bijgestaan door mr. W.A. Berghuis, die waarneemt voor de gemachtigde. Tijdens de zitting was ook een tolk, M. Ates, aanwezig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, maar heeft geconcludeerd dat dit verzoek niet meer mogelijk was, aangezien de rechtbank inmiddels op het beroep had beslist in een andere zaak (NL24.15235).

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L.E.M. Wilbers-Taselaar, in aanwezigheid van griffier mr. T.M.M. Plukaard. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.16785

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [V-nummer] ,
(gemachtigde: mr. H.K. Westerhof),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. A.E. van Midden).

Procesverloop

Bij besluit van 8 april 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld en de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.15235 (het beroep), op 8 mei 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door
mr. W.A. Berghuis, die waarneemt voor gemachtigde. Als tolk is verschenen M. Ates. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Een voorlopige voorziening is alleen mogelijk als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.15235, heeft de rechtbank op het beroep beslist. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.E.M. Wilbers-Taselaar, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. T.M.M. Plukaard, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.