Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 april 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser met de Marokkaanse nationaliteit. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 18 maart 2024 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, dat ook als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Tijdens de zitting op 2 april 2024 was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en werd er een tolk ingeschakeld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser de zware gronden voor de maatregel van bewaring niet heeft betwist. Eiser is Nederland binnengekomen zonder geldig reisdocument en heeft zich eerder aan het toezicht onttrokken. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris voldoende heeft gemotiveerd dat de maatregel van bewaring noodzakelijk is en dat er geen lichter middel kan worden toegepast, ondanks de medische omstandigheden van eiser. De rechtbank heeft ook de voortvarendheid van de staatssecretaris beoordeeld en geconcludeerd dat deze voldoende was, aangezien de aanvraag voor een laissez-passer tijdig is ingediend.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 8 april 2024, en tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.