ECLI:NL:RBDHA:2024:7471
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van proceskosten in asielzaak na niet-tijdige beslissing
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 mei 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende asiel. De eiser, vertegenwoordigd door mr. A.E. Martinez Linnemann, heeft beroep ingesteld omdat de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet tijdig heeft beslist op zijn asielaanvraag. De eiser heeft op 12 februari 2024 beroep aangetekend, maar op 29 maart 2024 heeft de verweerder alsnog een beslissing genomen. Na deze beslissing heeft de eiser het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder aan de verzoeker tegemoet is gekomen door alsnog een besluit te nemen. Gezien het feit dat de verweerder niet heeft gereageerd op het verzoek om proceskostenvergoeding, heeft de rechtbank besloten om de verweerder te veroordelen in de proceskosten van de verzoeker. De kosten zijn vastgesteld op € 437,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij rekening is gehouden met de beroepsmatige rechtsbijstand die door een derde is verleend. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep van licht gewicht is, aangezien het enkel gaat om de overschrijding van de beslistermijn.
De uitspraak is openbaar gemaakt en de rechtbank heeft de beslissing op 13 mei 2024 bekendgemaakt. De eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.