ECLI:NL:RBDHA:2024:7460

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 mei 2024
Publicatiedatum
17 mei 2024
Zaaknummer
NL24.19777
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening in het kader van overdracht aan Spanje op basis van Dublinverordening

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A. Alkir, had bezwaar gemaakt tegen de voorgenomen overdracht aan de autoriteiten van Spanje op basis van de Dublinverordening. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. Y.D. Ancion, had een vlucht geboekt voor de verzoeker op 8 mei 2024. Echter, verzoeker heeft zich niet gemeld voor deze vlucht, waardoor deze is geannuleerd.

Nadat de vlucht was geannuleerd, trok verzoeker zijn verzoek om een voorlopige voorziening in, maar vroeg tegelijkertijd om een veroordeling van de staatssecretaris in de proceskosten. De voorzieningenrechter heeft de zaak beoordeeld op basis van de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Volgens artikel 8:84, vijfde lid, kan de voorzieningenrechter het bestuursorgaan veroordelen in de proceskosten als het bestuursorgaan aan de indiener is tegemoetgekomen. In dit geval was er echter geen sprake van tegemoetkoming, aangezien de vlucht was afgewend door het niet melden van verzoeker.

De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen en het verzoek als kennelijk ongegrond verklaard. Deze uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.19777

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam], verzoeker

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. A. Alkir),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. Y.D. Ancion).

Inleiding

In het kader van overdracht van verzoeker aan de autoriteiten van Spanje op grond van de Verordening (EU) Nr. 604/2013 (Dublinverordening) heeft verweerder een vlucht geboekt op 8 mei 2024 om 14:15 uur.
Verzoeker heeft bij verweerder bezwaar gemaakt tegen de voorgenomen feitelijke overdracht naar Spanje. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, die inhoudt dat hij niet zal worden overgedragen totdat er op zijn bezwaarschrift is beslist.
Verweerder heeft meegedeeld dat de vlucht van 8 mei 2024 om 14:15 uur is geannuleerd omdat verzoeker zich niet heeft gemeld.
Verzoeker heeft het verzoek om een voorlopige voorziening ingetrokken en gelijktijdig verzocht om een veroordeling van verweerder in de proceskosten. Verweerder heeft daarop gereageerd.
De voorzieningenrechter doet uitspraak buiten zitting op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Beoordeling door de voorzieningenrechter

1. Op grond van artikel 8:84, vijfde lid, gelezen samen met artikel 8:75a, van de Awb, kan de voorzieningenrechter in het geval van intrekking van een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening het bestuursorgaan veroordelen in de door de indiener gemaakte proceskosten als het bestuursorgaan aan de indiener is tegemoetgekomen.
2. In dit geval is de vlucht van 8 mei 2024 om 14:15 uur, waartegen het bezwaarschrift en het verzoek om een voorlopige voorziening zich richtten, afgewend doordat verzoeker zich niet heeft gemeld. Er is dan ook geen sprake van tegemoetkoming door verweerder. Het verzoek wordt daarom als kennelijk ongegrond afgewezen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een veroordeling van verweerder in de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.