ECLI:NL:RBDHA:2024:7449
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke asielzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 11 maart 2024, wordt het verzoek van de eiser om vergoeding van proceskosten afgewezen. De eiser, vertegenwoordigd door mr. H.T. Gerbrandy, had beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op zijn asielaanvraag. Echter, op 4 januari 2024 had de verweerder al een beslissing genomen, waardoor het beroep dat op 5 januari 2024 werd ingesteld, niet-ontvankelijk zou zijn geweest indien het niet was ingetrokken. De rechtbank oordeelt dat er geen aanleiding is om de verweerder te veroordelen in de proceskosten, aangezien de voorwaarden voor het indienen van beroep op grond van het niet tijdig beslissen niet waren vervuld. De rechtbank heeft besloten partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was. De uitspraak concludeert met de afwijzing van het verzoek om proceskostenveroordeling.