ECLI:NL:RBDHA:2024:7414

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 mei 2024
Publicatiedatum
16 mei 2024
Zaaknummer
09/135259-22
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verklaring van de verdachte over kinderpornografie en ontuchtige handelingen met minderjarigen

De rechtbank Den Haag heeft op 21 mei 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die gedurende een periode van meer dan vijf jaar op grote schaal kinderpornografische afbeeldingen heeft verworven, in bezit heeft gehad, vervaardigd en in enkele gevallen verspreid. De verdachte heeft achttien minderjarige meisjes geïdentificeerd als slachtoffers, terwijl er ook meerdere onbekende minderjarigen zijn. De rechtbank oordeelt dat de verdachte alleen heeft gehandeld en niet onder druk van een onbekend persoon, zoals hij heeft verklaard. Deskundigen hebben vastgesteld dat er bij de verdachte geen geestelijke stoornis is, wat betekent dat er geen tbs-maatregel kan worden opgelegd. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van vijf jaar. Bij de voorwaardelijke straf zijn bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een contactverbod met de slachtoffers. De rechtbank heeft ook een maatregel tot gedragsbeïnvloeding opgelegd, gezien de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere ontuchtige handelingen met minderjarigen, waarbij hij gebruik maakte van verschillende social media platforms om slachtoffers te misleiden en te dwingen tot het maken van naaktfoto's. De rechtbank heeft de vorderingen van benadeelde partijen voor immateriële schade toegewezen, waarbij de verdachte verplicht is om schadevergoedingen te betalen aan de slachtoffers.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/135259-22
Datum uitspraak: 21 mei 2024
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag 1] 1986 te [geboorteplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de penitentiaire inrichting [plaats buitenland] ,
locatie [locatie] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 25 september 2023, 11 december 2023, 7 maart 2024, (telkens pro forma) 30 april 2024 en 14 mei 2024 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. P.M. Kampen en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw mr. M.C. Boucher naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, die is gewijzigd op de terechtzitting van 11 december 2023. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
Kort samengevat komt de verdenking op het volgende neer:
het verspreiden, vervaardigen, verwerven en/of in bezit hebben van kinderporno en daarvan een gewoonte maken, in de periode van 1 januari 2018 tot en met 19 juni 2023;
het plegen van één of meer ontuchtige handelingen met [naam 1] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, in de periode van 1 augustus 2021 tot en met 20 mei 2022;
het plegen van één of meer ontuchtige handelingen met [naam 2] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, op of omstreeks 1 februari 2023;
het plegen van één of meer ontuchtige handelingen met [naam 3] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, op of omstreeks 27 januari 2023.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich met betrekking tot de bewijsvraag gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3.
Gebruikte bewijsmiddelen
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met de nummers PL1500-2022145376, PL1500-2023191006, PL1500-2023222050, PL1500-2023242615, PL1500-2023221788, PL1500-2023274301, PL1500-2023284636, van de politie eenheid Den Haag, district Alphen aan den Rijn - Gouda bureau, met bijlagen (als volgt doorgenummerd: zaak dossier pagina 1 t/m 864 en slachtoffer dossier pagina 1 t/m 493).
De rechtbank is van oordeel dat ten aanzien van de bewezen te verklaren feiten met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering kan worden volstaan. De verdachte heeft de feiten namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsvrouw geen vrijspraak bepleit.
De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen:
1. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , opgemaakt op 20 mei 2022 (p. 38-40 slachtoffer dossier).
2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 31 mei 2023 (p. 61-65 slachtoffer dossier).
3. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 4] , opgemaakt op 13 april 2023 (p. 73-75 slachtoffer dossier).
4. Het proces-verbaal van aanvullend verhoor van [naam 4] opgemaakt op 13 april 2023 (p. 76-77 slachtoffer dossier).
5. Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 5] , opgemaakt op 12 juni 2023 (p. 85-93 slachtoffer dossier).
6. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 31 mei 2023 (p. 96-99 slachtoffer dossier).
7. Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 6] , opgemaakt op 27 juni 2023 (p. 110-118 slachtoffer dossier).
8. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 6 juni 2023 (p. 119-128 slachtoffer dossier).
9. Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 7] , opgemaakt op 14 juli 2023 (p. 150-155 slachtoffer dossier).
10. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 12 juli 2023 (p. 156-160 slachtoffer dossier).
11. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 8] , opgemaakt op 18 juli 2023 (p. 170-177 slachtoffer dossier).
12. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 18 juli 2023 (p. 178-180 slachtoffer dossier).
13. Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 2] , opgemaakt op 20 juli 2023 (p. 189-197 slachtoffer dossier).
14. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 4 juli 2023 (p. 200-206 slachtoffer dossier).
15. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 9] , opgemaakt op 10 augustus 2023 (p. 211-216 slachtoffer dossier).
16. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 6 september 2023 (p. 217-220 slachtoffer dossier).
17. Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 10] , opgemaakt op 3 augustus 2023 (p. 229-233 slachtoffer dossier).
18. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 25 juli 2023 (p. 234-238 slachtoffer dossier).
19. Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 11] , opgemaakt op 1 augustus 2023 (p. 246-251 slachtoffer dossier).
20. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 6 september 2023 (p. 252-253 slachtoffer dossier).
21. Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 12] , opgemaakt op 7 augustus 2023 (p. 258-261 slachtoffer dossier).
22. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 12 september 2023 (p. 272-275 slachtoffer dossier).
23. Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 13] , opgemaakt op 3 augustus 2023 (p. 284-288 slachtoffer dossier).
24. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 7 september 2023 (p. 289-292 slachtoffer dossier).
25. Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 14] , opgemaakt op 8 september 2023 (p. 302-307 slachtoffer dossier).
26. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 18 juli 2023 (p. 308-312 slachtoffer dossier).
27. Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 3] , opgemaakt op 20 september 2023 (p. 410-416 slachtoffer dossier).
28. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 10 juli 2023 (p. 317-321 slachtoffer dossier).
29. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 15] , opgemaakt op 3 september 2023 (p. 329-334 slachtoffer dossier).
30. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 12 september 2023 (p. 338-343 slachtoffer dossier).
31. Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 16] , opgemaakt op 20 september 2023 (p. 458-466 slachtoffer dossier).
32. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 24 augustus 2023 (p. 352-353 slachtoffer dossier).
33. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 13 september 2023 (p. 443-447 slachtoffer dossier).
34. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 17] , opgemaakt op 3 januari 2022 (p. 428-430 slachtoffer dossier).
35. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 27 september 2023 (p. 431-435 slachtoffer dossier).
36. Het proces-verbaal van aangifte namens [naam 18] , opgemaakt op 9 september 2021 (p. 467-469 slachtoffer dossier).
37. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 17 oktober 2023 (p. 470-474 slachtoffer dossier).
38. Het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, inclusief bijlagen, opgemaakt op 8 november 2023 (p. 375-403 slachtoffer dossier).
39. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 30 april 2024.
3.4.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1.
hij in de periode van 1 januari 2018 tot en met 19 juni 2023 in Nederland meermalen afbeeldingen en gegevensdragers bevattende afbeeldingen, te weten
- meerdere afbeeldingen te weten foto's en video's en
- een gegevensdrager te weten een telefoon (Samsung A32) bevattende afbeeldingen en video's,
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten
- [naam 1] , geboren op [geboortedag 2] 2006,
- [naam 4] , geboren op [geboortedag 3] 2010,
- [naam 5] , geboren op [geboortedag 4] 2009,
- [naam 6] , geboren op [geboortedag 5] 2009,
- [naam 7] , geboren op [geboortedag 6] 2008,
- [naam 8] , geboren op [geboortedag 7] 2006,
- [naam 2] , geboren op [geboortedag 8] 2009,
- [naam 9] , geboren op [geboortedag 9] 2006,
- [naam 10] , geboren op [geboortedag 10] 2008,
- [naam 11] , geboren op [geboortedag 11] 2008,
- [naam 12] , geboren op [geboortedag 12] 2007,
- [naam 13] , geboren op [geboortedag 13] 2005,
- [naam 14] , geboren op [geboortedag 14] 2009,
- [naam 3] , geboren op [geboortedag 15] 2009,
- [naam 15] , geboren op [geboortedag 16] 2007,
- [naam 16] , geboren op [geboortedag 17] 2008,
- [naam 17] , geboren op [geboortedag 18] 2008,
- [naam 18] , geboren op [geboortedag 19] 2008 en
- onbekend gebleven personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken,
heeft verspreid, vervaardigd, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het met een penis en/of vinger en/of een voorwerp oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van die [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] en/of personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt,
en
het met een penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
en
- het met een vinger/hand betasten en/of aanraken van de borsten van die [naam 12] , [naam 15] en/of personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt,
en
het met een vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
en
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van die [naam 1] , [naam 5] ,
[naam 6] , [naam 7] , [naam 8] , [naam 2] , [naam 9] , [naam 10] , [naam 11]
, [naam 12] , [naam 13] , [naam 14] , [naam 3] , [naam 15] , [naam 16] , [naam 17]
en[naam 18] , waarbij deze person
enposer
enin erotisch getinte houding
en(op wijze
n) die niet bij
hunleeftijd passen en/of waarbij deze person
enzich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van
hunkleding ontdoe
nen/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze person
enen/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze person
enin beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding
en(aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking
hebbenen strek
kentot seksuele prikkeling,
en
- het masturberen boven/bij en ejaculeren op het gezicht en lichaam van
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het houden van een (stijve) penis bij/naast het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij op dat
gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
2.
hij in de periode van 1 augustus 2021 tot en met 20 mei 2022 in Nederland met [naam 1] , geboren op [geboortedag 2] 2006, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
buiten echt, een ontuchtige handeling heeft gepleegd, te weten het bij zichzelf laten verrichten van de navolgende handeling: het brengen van een of meerdere vinger(s) in haar vagina;
3.
hij op 1 februari 2023 in Nederland met [naam 2] , geboren op [geboortedag 8] 2009, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een ontuchtige handeling heeft gepleegd, te weten het bij zichzelf laten verrichten van de navolgende handeling: het brengen van een vinger in haar vagina;
4.
hij op 27 januari 2023 in Nederland met [naam 3] , geboren op [geboortedag 15] 2009, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een ontuchtige handeling heeft gepleegd, te weten het bij zichzelf laten verrichten van de navolgende handeling:
het brengen van vinger(s) in haar vagina.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. De officier van justitie heeft daarbij rekening gehouden met een stoornis bij de verdachte en een daardoor verminderde toerekeningsvatbaarheid. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat aan de verdachte de ongemaximeerde maatregel van terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met verpleging van overheidswege (hierna: dwangverpleging) wordt opgelegd.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit om de verdachte te veroordelen tot een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf en om aan de proeftijd een behandelverplichting te koppelen als één van de bijzondere voorwaarden. Volgens de raadsvrouw kan geen tbs worden opgelegd, omdat er geen stoornis bij de verdachte is of in ieder geval geen stoornis kan worden vastgesteld. Subsidiair verzoekt de raadsvrouw om geen dwangverpleging op te leggen, maar een minder stringent zorgkader, zoals een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel of tbs met voorwaarden.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf en maatregel zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft in een periode van ruim vijf jaren op grote schaal kinderpornografische afbeeldingen verworven, in bezit gehad, vervaardigd en (voor zover bekend in een enkel geval) verspreid met tientallen slachtoffers tot gevolg. Achttien minderjarige meisjes zijn geïdentificeerd. Daarnaast zijn meerdere (kennelijk) minderjarige personen onbekend gebleven.
Bij deze feiten is de verdachte zeer berekenend en georganiseerd te werk gegaan. Hij deed zich op verschillende social media platforms onder verschillende accountnamen voor als een leeftijdsgenoot die vroeg om naaktfoto’s. In sommige gevallen stuurde hij ook zelf foto’s naar slachtoffers van een deels ontbloot jongenslijf, met als kennelijke doel om hen over de streep te trekken ook foto’s van zichzelf te sturen. De foto’s die de verdachte stuurde, betroffen in werkelijkheid foto’s van een ander die de verdachte vermoedelijk zonder diens toestemming gebruikte. Ook bracht de verdachte minderjarigen via een tweede account (met een meisjesnaam) in contact met zichzelf onder een derde account en deed hij alsof hij de meisjes kon helpen om de naaktfoto’s van het internet te verwijderen. Daarvoor zouden dan meer naaktfoto’s nodig zijn om een code te bemachtigen, voordat deze eerdere foto’s verwijderd konden worden. De verdachte gaf daarbij opdrachten aan de slachtoffers over de wijze waarop de foto’s moesten worden genomen; meer kleding uit, een rondje draaien, met het gezicht of met het geslachtsdeel erop en soms vroeg de verdachte zelfs aan een meisje om zichzelf te vingeren en daarvan een filmpje te maken. Veel slachtoffers voldeden aan deze wensen uit angst dat eerdere foto’s op het internet zouden blijven of belanden. Een derde manier waarop de verdachte slachtoffers heeft misleid, was door middel van een prijsuitreiking: ze konden sneakers of een telefoon winnen. Om deze spullen te kunnen winnen, moesten de meisjes naaktfoto’s sturen. Met deze winactie heeft de verdachte zelfs van meerdere meisjes de adresgegevens bemachtigd. De verdachte heeft niet alleen met listen en bedrog afbeeldingen en filmpjes van minderjarigen bemachtigd, maar heeft ook in meerdere gevallen gedreigd de meisjes te exposen op het internet of aan hun ouders. Dit alles rekent de rechtbank de verdachte zwaar aan.
Ook weegt de rechtbank in het nadeel van de verdachte mee dat hij geen openheid van zaken heeft gegeven. In eerste instantie heeft de verdachte ontkend dat hij gebruik heeft gemaakt van de telefoon waarop het kinderpornografisch materiaal is aangetroffen en dat hij met de meisjes heeft gechat. Pas later verklaarde de verdachte dat hij gebruik heeft gemaakt van deze telefoon, een aantal keer (vier of vijf maal) chatcontact heeft gehad en ook (20 tot 30) opnames heeft gemaakt van naaktfoto’s en -video’s. Hij zou dit echter onder druk van een onbekende andere persoon hebben gedaan. Via Telegram zou de verdachte benaderd zijn door deze onbekende persoon met de naam “ [bijnaam] ”. Volgens de verdachte moest hij voor deze onbekende persoon inloggen op social media-accounts en opnames maken van de naaktfoto’s en video’s die werden gestuurd. Uit uitvoerig onderzoek van de politie blijken echter in het geheel geen aanknopingspunten voor het bestaan van deze onbekende persoon. Zo zijn er geen chatgesprekken tussen de verdachte en deze derde gevonden. De verdachte heeft ook zelf geen berichten of opnames waaruit het bestaan van deze onbekende persoon blijkt. Verder is er geen gebruikersnaam in Telegram die overeenkomt met de naam [bijnaam] zoals beschreven door de verdachte en ook komt geen ander IP-adres naar voren in de uitgebreide overzichten van de voor de verschillende social media-accounts gebruikte IP-adressen. De verklaring van de verdachte dat hij met deze onbekende persoon steeds tegelijk zou zijn ingelogd op de social media-accounts is daarmee volstrekt ongeloofwaardig. Er zouden dan namelijk telkens twee verschillende IP-adressen zichtbaar moeten zijn. Uit onderzoek is bovendien gebleken dat voor het inloggen op de diverse social media-accounts buitenlandse IP-adressen zijn gebruikt op het moment dat de verdachte zelf in het betreffende buitenland verbleef. Dat de verdachte en de onbekende persoon op al die momenten, ondanks soms aanzienlijke tijdsverschillen, tegelijkertijd op de verschillende accounts zouden zijn ingelogd, acht de rechtbank volstrekt onaannemelijk. Verder neemt de rechtbank in dit verband in overweging het aan het dossier toegevoegde filmpje, waarop het scherm van de Samsung A32 van de verdachte is opgenomen door middel van de applicatie Xrecorder. Daarop is een chatgesprek te zien met één van de in feit 1 met name genoemde slachtoffers, welk gesprek begint met het door de verdachte versturen van twee foto’s van een jongeman met ontbloot bovenlijf, gevolgd door chats waarin er vrijwel direct op wordt aangestuurd dat het slachtoffer naaktbeelden van zichzelf zal sturen. Te zien is dat deze chatberichten
doorde verdachte worden getypt op het toetsenbord van
zijntelefoon en daarna worden verstuurd vanaf diezelfde telefoon. Daar komt geen onbekende derde aan te pas. Gelet op het voorgaande gaat de rechtbank ervan uit dat de verdachte alleen heeft gehandeld. Dat zet de uiteindelijke ‘bekentenis’ van de verdachte in een ander daglicht. Door zich te verschuilen achter een niet-bestaande onbekende persoon, geeft de verdachte zich immers geen rekenschap van de kwalijkheid van zijn handelen. Bovendien heeft de verdachte geen openheid van zaken gegeven over de omvang van zijn handelen. De verklaringen van de verdachte hierover komen bij lange na niet overeen met het door de politie aangetroffen materiaal. Ook heeft de verdachte niet meegewerkt aan het openen van al zijn gegevensdragers.
Het spreekt voor zich dat dit ernstige feiten zijn. De verdachte heeft over een periode van ruim vijf jaren jonge meisjes verleid en gedwongen tot het maken van kinderporno. Het is algemeen bekend dat slachtoffers van kinderporno daar jaren later nog last van kunnen hebben. Door of namens vijf meisjes is ter terechtzitting verteld wat de gevolgen voor hen en hun ouders zijn. Hun vertrouwen in anderen is ernstig aangetast. Ze schamen zich en durven daarom niet te praten, waardoor ze nog geen professionele hulp hebben gehad. Ze zijn angstiger, stiller, verdrietiger of juist bozer en hebben lange tijd niemand in vertrouwen durven nemen. Ook hun ouders of vrienden niet. In hun angst om naakt op het internet te circuleren, hebben ze de noodzaak gevoeld om een ander die ze niet kenden om hulp te vragen. In plaats van hulp te krijgen, werden ze echter gedwongen om meer foto’s te sturen en handelingen te verrichten die ze niet wilden doen. Dit alles heeft een grote impact op de gezondheid van de meisjes en hun concentratie op school. Deze strafzaak gaat bovendien over een groot maatschappelijk probleem. Intieme foto’s en video’s van minderjarigen in handen van anderen maakt deze minderjarigen extreem kwetsbaar voor personen met verkeerde bedoelingen. De verdachte is zo iemand met verkeerde bedoelingen.
De rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij niet heeft stilgestaan bij de gevolgen voor zijn jonge slachtoffers. Hij heeft steeds alleen zijn eigen behoeftes vooropgesteld. Ook na de doorzoeking van zijn woning en auto door de politie in februari 2023 is de verdachte nog doorgegaan met deze praktijken en is hij pas gestopt toen hij door de politie is aangehouden. Ook dit weegt de rechtbank in het nadeel van verdachte mee.
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 13 februari 2024. Hieruit blijkt dat de verdachte laatstelijk in 2009 is veroordeeld voor een strafbaar feit. Dit is niet van invloed op de strafoplegging in deze zaak.
Gedragskundige rapporten
De rechtbank heeft kennisgenomen van de over de verdachte uitgebrachte Pro-Justitia rapporten, opgesteld door drs. J.P.M. van der Leeuw, psycholoog, en dr. D.J. Vinkers, psychiater. De psycholoog heeft twee keer gerapporteerd, namelijk in het rapport van 6 december 2023 (hierna: het eerste rapport) en in het dubbelrapport met de psychiater van februari 2024 (hierna: het dubbelrapport). Het eerste rapport is gebaseerd op een deel van het dossier toen de tenlastelegging nog betrekking had op vier slachtoffers. In dit rapport concludeert de psycholoog dat de verdachte lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken en aan een ongespecificeerde parafiele stoornis. Deze stoornissen waren aanwezig tijdens het plegen van de delicten en het advies is om de feiten in een verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen. De kans op herhaling is zonder adequate behandeling volgens de psycholoog aanwezig. In het dubbelrapport, na uitbreiding van de tenlastelegging, komt de psycholoog echter terug op zijn eerdere bevindingen. In het dubbelrapport concludeert de psycholoog dat geen diagnose kon worden vastgesteld. Redengevend daarvoor is de grote discrepantie tussen de bevindingen uit het uitgebreidere politiedossier en het verklaring van de verdachte – dat hij zich maar enkele keren op korte momenten bezig heeft gehouden met de ten laste gelegde feiten – die daar tamelijk haaks op staat. Om die reden kan ook geen uitspraak worden gedaan over (mogelijke) doorwerking op het tenlastegelegde en het risico op herhaling. Evenals de psychiater, adviseert de psycholoog nader onderzoek naar het blootleggen van de innerlijke wereld van de verdachte in het Pieter Baan Centrum. Ook de psychiater geeft aan dat er op dit moment geen diagnose kan worden gesteld over een mogelijke parafiele stoornis, maar hij zegt dat er wel aanwijzingen voor een dergelijke stoornis zijn, gelet op de eerdere diagnose van een parafiele stoornis (NAO) van De Waag. Bij De Waag was de verdachte namelijk vanwege een eerdere zedenverdenking in 2014 onder behandeling gesteld.
Tot slot heeft de rechtbank kennisgenomen van het reclasseringsadvies over de verdachte van 25 april 2024. In het advies heeft de reclassering verwezen naar de adviezen van de psycholoog en psychiater en opgemerkt dat er geen consensus is over het psychosociaal functioneren van de verdachte. Tijdens het door de reclassering uitgevoerde onderzoek is contact opgenomen met de behandelaars van de verdachte destijds van De Waag en de penitentiarie inrichting (PI). De Waag heeft aangegeven de hiervoor genoemde diagnose parafilie destijds wel te hebben gesteld, maar puur op basis van een eerdere verdenking van een zedenmisdrijf. Die zaak is geseponeerd en De Waag heeft bij de reclassering aangegeven twijfels te hebben over de aanwezigheid van zedenproblematiek. Dit is de reden dat De Waag de verdachte alleen heeft behandeld voor PTSS-klachten en het aanleren van een gezonde spanningsregulatie, maar niet voor een parafiele stoornis. De behandelaar vanuit de PI heeft eveneens aangegeven geen zedenproblematiek te herkennen en dat de behandeling van de verdachte gericht was op een ander aspect, namelijk het versterken van probleemoplossende vaardigheden.
De reclassering heeft vervolgens negatief geadviseerd over het opleggen van tbs (met voorwaarden). De reclassering ziet namelijk geen mogelijkheden om met voorwaarden de risico’s te beperken of het gedrag van de verdachte te veranderen, omdat hij zijn rol bij het tenlastegelegde in zijn volledigheid ontkent en de schuld volledig afschuift op een onbekende derde. Dat de verdachte geen openheid van zaken geeft en langdurig niet eerlijk is geweest ten opzichte van naasten en behandelaren, maakt dat tbs (met voorwaarden) niet kan slagen. Volgens de reclassering is het risico op herhaling groot, evenals het risico op het onttrekken aan voorwaarden door de verdachte en de kans op letsel. De reclassering overweegt dat de verdachte zegt gemotiveerd te zijn voor het voortzetten van zijn behandeling in een ambulant kader, maar de reclassering vindt dat een strikter kader dan een tbs met voorwaarden nodig is voor gedragsverandering. Voor het geval de rechtbank anders oordeelt, heeft de reclassering bijzondere voorwaarden geadviseerd, te weten:
  • een meldplicht bij de reclassering;
  • meewerken aan een time-out en daarvoor worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of een andere instelling;
  • een verbod om naar het buitenland te gaan;
  • opname in een zorginstelling;
  • ambulante behandeling door een zorgverlener;
  • begeleid wonen of maatschappelijke opvang;
  • een alcohol- en drugsverbod;
  • een contactverbod met drie slachtoffers;
  • het hebben van een dagbesteding;
  • het vermijden van contact met minderjarigen op iedere wijze;
  • het vermijden van kinderpornografisch materiaal.
Daarnaast adviseert de reclassering, ingeval de rechtbank voorwaarden aan de verdachte oplegt, de dadelijke uitvoerbaarheid van die voorwaarden en het daarop te houden toezicht. Verder adviseert de reclassering in voornoemd geval een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel aan de verdachte op te leggen.
Geen tbs
Anders dan gevorderd door de officier van justitie, zal de rechtbank geen tbs (met dwangverpleging) opleggen. De rechtbank is van oordeel dat niet aan de wettelijke vereisten voor het opleggen van tbs is voldaan. Gelet op de hiervoor genoemde gedragskundige rapporten kan niet worden vastgesteld dat bij de verdachte ten tijde van het begaan van de misdrijven sprake was van een gebrekkige ontwikkeling of een ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Hoewel de psycholoog en ook zorgverlener van De Waag aanvankelijk tot de conclusie kwamen dat er sprake is van een parafiele stoornis, komen zowel de psycholoog als De Waag daar later blijkens het dubbelrapport en het advies van de reclassering op terug. In maart 2024 is door de rechtbank, nadat zowel de officier van justitie als de raadsvrouw van de verdachte hadden aangegeven daartoe geen reden te zien, geen opdracht gegeven om de verdachte ter observatie op te nemen in het Pieter Baan Centrum. Anders dan de voorliggende rapporten is er dus geen nadere informatie over een eventuele stoornis bij de verdachte. Alhoewel zij dit niet uit kan sluiten gelet op de rapportages, kan de rechtbank in deze zaak niet vaststellen dat tijdens het begaan van de misdrijven bij de verdachte sprake was van een stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling in juridische zin.
Op te leggen straf
Gelet op wat hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van na te melden duur met zich brengt. De rechtbank zal de verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van vijf jaren en onder de bijzondere voorwaarden zoals die door de reclassering zijn geadviseerd en hiervoor zijn weergegeven met uitzondering van het alcohol- en drugsverbod. Een reden voor een dergelijk verbod is namelijk niet gebleken. De rechtbank zal daarnaast het door de reclassering genoemde contactverbod uitbreiden naar alle bekende achttien slachtoffers. Een afzonderlijk verbod voor publicatie van beeldmateriaal van de slachtoffers, zoals verzocht door één van hen, zal de rechtbank niet opleggen, omdat publicatie hiervan al strafbaar gesteld is in de wet.
De rechtbank heeft bij de bepaling van deze strafmodaliteit en strafmaat in het bijzonder de aard en de ernst van het bewezenverklaarde meegewogen, alsmede straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. De rechtbank heeft tevens acht geslagen op de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting. Bij de bepaling van de op te leggen straf wil de rechtbank enerzijds de ernst van de gepleegde feiten tot uitdrukking brengen en anderzijds de verdachte ervan weerhouden zich in de toekomst opnieuw aan strafbare feiten schuldig te maken en de kans op recidive terug te dringen. De rechtbank legt een proeftijd van vijf jaren op, omdat er naar het oordeel van de rechtbank ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen (artikel 14b lid 2 Wetboek van Strafrecht, hierna: Sr). Ten slotte heeft de rechtbank bij het opleggen van deze straf ook rekening gehouden met het feit dat er sprake is van eendaadse samenloop tussen het eerste feit enerzijds en het tweede, derde of vierde feit anderzijds.
Dadelijke uitvoerbaarheid
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan zedenmisdrijven, gericht tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van personen, in dit geval tientallen minderjarige slachtoffers. Gelet op de aard van de gepleegde misdrijven en de omstandigheid dat de verdachte hierin geen (volledig) inzicht heeft gegeven, houdt de rechtbank er ernstig rekening mee dat de verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan, indien zijn situatie niet is ingekaderd met de bijzondere voorwaarden en toezicht daarop. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de hierna op grond van artikel 14c Sr te stellen voorwaarden en het op grond van artikel 14c Sr uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn.
Maatregel artikel 38z Sr
Aan de wettelijke vereisten voor de oplegging van een maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z lid 1 Sr is voldaan. De verdachte heeft zich immers schuldig gemaakt aan misdrijven als omschreven in artikel 240b Sr. Aan de verdachte wordt ter zake van deze strafbare feiten bovendien een gedeeltelijk onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd.
Naar het oordeel van de rechtbank is de oplegging van de maatregel in het belang van de bescherming van de veiligheid van anderen. De rechtbank heeft daarbij het advies van de reclassering betrokken. Het bewezenverklaarde onder 3.4 zijn ernstige zedendelicten. Daarnaast brengt de mogelijkheid van een latere diagnose van een stoornis bij de verdachte risico’s met zich die naar verwachting nog steeds aanwezig zijn na de gevangenisstraf. De verdachte heeft geen openheid van zaken gegeven en daarmee mogelijk getracht een behandeling te vermijden. Met deze maatregel wordt het mogelijk om de verdachte in aansluiting op de gevangenisstraf onder toezicht te stellen, indien dit op dat moment nog noodzakelijk wordt geacht. De rechtbank zal daarom de maatregel opleggen.

7.De vorderingen van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregelen

[naam 6] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 19.150,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit € 16.650,00 aan materiële schade en € 2.500,00 aan immateriële schade.
[naam 7] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 21.650,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit € 19.650,00 aan materiële schade en € 2.000,00 aan immateriële schade.
[naam 8] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 200,00 aan immateriële schade.
[naam 2] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 24.650,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit € 19.650,00 aan materiële schade en € 5.000,00 aan immateriële schade.
[naam 14] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 2.500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De moeder van [naam 16] heeft ter terechtzitting namens [naam 16] een schadevergoeding gevorderd van € 2.500,- aan immateriële schade.
[naam 17] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 250,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
[naam 18] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 2.500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen [naam 6] , [naam 7] en [naam 2] niet-ontvankelijk zijn in hun vorderingen, voor zover de vorderingen zien op materiële schade.
Vervolgens heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de door [naam 2] gevorderde immateriële schade van € 5.000,00 moet worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
Voorts heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de door de overige benadeelde partijen gevorderde immateriële schade ook moet worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente, en dat de rechtbank met betrekking tot al die benadeelde partijen zodanige schadevergoedingsmaatregelen moet opleggen dat ze allemaal € 2.500,00 van de verdachte vergoed krijgen.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdachte heeft ter terechtzitting te kennen gegeven dat hij bereid is om de gevorderde immateriële schade van de benadeelde partijen te vergoeden. Ten aanzien van de vorderingen van [naam 8] en [naam 17] heeft hij aangegeven dat hij die vorderingen wil vergoeden tot het door andere benadeelde partijen gevorderde bedrag van
€ 2.500,00 aan immateriële schade.
De raadsvrouw heeft zich met betrekking tot de overige vorderingen van de benadeelde partijen aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Materiële schade
De benadeelde partijen [naam 6] , [naam 7] en [naam 2] hebben materiële schade gevorderd wegens studievertraging overeenkomstig de Letselschade Richtlijn Studievertraging. Hoewel de rechtbank het voorstelbaar acht dat de benadeelde partijen studievertraging kunnen hebben opgelopen als gevolg van wat hen is overkomen, is de rechtbank van oordeel dat de gevorderde studievertraging onvoldoende is onderbouwd. Het overleggen van cijferlijsten en een e-mail waaruit blijkt dat één van deze benadeelde partijen een schooljaar moet overdoen, is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om tot de conclusie te komen dat de studievertraging het rechtstreekse gevolg is van het bewezenverklaarde. Ook de door [naam 7] en [naam 2] gevorderde toekomstige schade is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd. De rechtbank zal de benadeelde partijen [naam 6] , [naam 7] en [naam 2] daarom niet-ontvankelijk verklaren in hun vorderingen, voor zover die vorderingen betrekking hebben op materiële schade. Ze kunnen dat deel van hun vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Immateriële schade
De rechtbank is van oordeel dat op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan worden vastgesteld dat [naam 2] rechtstreeks immateriële schade heeft geleden door de onder 1 en 3 bewezen verklaarde feiten en dat de overige benadeelde partijen rechtstreeks immateriële schade hebben geleden door het onder 1 bewezen verklaarde feit.
Ten aanzien van [naam 2] zal de rechtbank de geleden immateriële schade naar billijkheid vaststellen op het gevorderde bedrag, te weten een bedrag van € 5.000,00. De rechtbank zal aan de verdachte de schadevergoedingsmaatregel opleggen ter hoogte van dit bedrag.
Voor wat betreft de overige benadeelde partijen is de rechtbank, in lijn met het standpunt van de officier van justitie, van oordeel dat toekenning van € 2.500,00 aan immateriële schade per benadeelde partij billijk is. Aangezien een aantal benadeelde partijen vorderingen heeft ingediend van minder dan € 2.500,00 aan immateriële schade, maar de verdachte te kennen heeft gegeven dat hij bereid is om meer te vergoeden dan is gevorderd, zal de rechtbank ten aanzien van deze benadeelde partijen de geleden immateriële schade telkens vaststellen op het gevorderde bedrag en de schadevergoedingsmaatregel opleggen ter hoogte van € 2.500,00.
Wettelijke rente
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente telkens toewijzen vanaf de datum waarop het beeldmateriaal van de benadeelde partij is gemaakt (in het dossier telkens aangeduid als ‘
created date’). Ingeval uit het dossier geen datum van aanmaak blijkt, zal de rechtbank de wettelijke rente toewijzen vanaf de einddatum van de pleegperiode, te weten 19 juni 2023.
Proceskosten
Aangezien de vorderingen (gedeeltelijk) worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen tot aan deze uitspraak in verband met de vorderingen hebben gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moeten maken.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf en maatregelen zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 38z, 55, 57 en 240b Sr.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals die ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.4 bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
feit 1
afbeeldingen van seksuele gedragingen en een gegevensdrager bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, vervaardigen, verwerven, in bezit hebben en/of zich door middel van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
feit 2
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt een ontuchtige handeling plegen, in eendaadse samenloop met feit 1;
feit 3
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt een ontuchtige handeling plegen, in eendaadse samenloop met feit 1;
feit 4
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt een ontuchtige handeling plegen, in eendaadse samenloop met feit 1;
verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
4 (VIER) JAREN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
1 (ÉÉN) JAAR, niet zal worden ten uitvoer gelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op
5 (vijf) JARENvastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich binnen vijf dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland op het adres Marconistraat 2, 3029 AK Rotterdam. De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- voor een time-out, na goedkeuring door een rechter, wordt opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling, als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt totdat de reclassering, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
- niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden gaat, zonder toestemming van de reclassering;
- zich laat opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start zodra er een behandelplaats beschikbaar is voor de veroordeelde. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt, alsmede de controle daarop. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- zich, als de reclassering een overgang naar ambulante zorg gewenst vindt, laat behandelen door een ambulante zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start aansluitend op de opname in een zorginstelling of eerder indien de reclassering dit nodig acht. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen als de zorgverlener dat nodig vindt, alsmede de controle daarop;
- meewerkt aan de indicatiestelling en plaatsing aangaande begeleid wonen of maatschappelijke opvang, als de reclassering een overgang gewenst vindt. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met de slachtoffers:
• [naam 1] , geboren op [geboortedag 2] 2006;
• [naam 4] , geboren op [geboortedag 3] 2010;
• [naam 5] , geboren op [geboortedag 4] 2009;
• [naam 6] , geboren op [geboortedag 5] 2009;
• [naam 7] , geboren op [geboortedag 6] 2008;
• [naam 8] , geboren op [geboortedag 7] 2006;
• [naam 2] , geboren op [geboortedag 8] 2009;
• [naam 9] , geboren op [geboortedag 9] 2006;
• [naam 10] , geboren op [geboortedag 10] 2008;
• [naam 11] , geboren op [geboortedag 11] 2008;
• [naam 12] , geboren op [geboortedag 12] 2007;
• [naam 13] , geboren op [geboortedag 13] 2005;
• [naam 14] , geboren op [geboortedag 14] 2009;
• [naam 3] , geboren op [geboortedag 15] 2009;
• [naam 15] , geboren op [geboortedag 16] 2007;
• [naam 16] , geboren op [geboortedag 17] 2008;
• [naam 17] , geboren op [geboortedag 18] 2008;
• [naam 18] , geboren op [geboortedag 18] 2008.
Dit verbod geldt zolang het Openbaar Ministerie dit nodig vindt;
- zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
- op geen enkele wijze contact zoekt met minderjarigen. De veroordeelde vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt de veroordeelde dat de ouders van de minderjarigen of hun voogden hierbij aanwezig zijn;
- vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. De veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
- het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
De veroordeelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen.
De veroordeelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens huisbezoeken. De veroordeelde verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. De veroordeelde verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of de veroordeelde kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van de veroordeelde. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is;
geeft aan Reclassering Nederland de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr om toezicht te houden op de naleving van de bijzondere voorwaarden en de veroordeelde daarin te begeleiden;
voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
beveelt dat bovengenoemde bijzondere voorwaarden en het – op grond van artikel 14c, zesde lid, Sr – uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
legt aan de verdachte op de maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z Sr;
Benadeelde partij [naam 6]
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [naam 6] gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 2.500,00 en veroordeelt de verdachte om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 28 januari 2023 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [naam 6] ;
bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding en dat de benadeelde partij dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
legt aan de verdachte op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van € 2.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 28 januari 2023 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald
,ten behoeve van [naam 6] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 35 dagen; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
Benadeelde partij [naam 7]
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [naam 7] gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 2.000,00 en veroordeelt de verdachte om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 24 januari 2023 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [naam 7] ;
bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding en dat de benadeelde partij dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
legt aan de verdachte op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van € 2.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 24 januari 2023 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald
,ten behoeve van [naam 7] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 35 dagen; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
Benadeelde partij [naam 8]
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [naam 8] toe tot een bedrag van € 200,00 en veroordeelt de verdachte om dit bedrag te betalen aan
[naam 8] ;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
legt aan de verdachte op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van € 2.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 19 juni 2023 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald
,ten behoeve van [naam 8] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 35 dagen; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
Benadeelde partij [naam 2]
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [naam 2] gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 5.000,00 en veroordeelt de verdachte om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 1 februari 2023 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [naam 2] ;
bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding en dat de benadeelde partij dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
legt aan de verdachte op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van € 5.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 1 februari 2023 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald
,ten behoeve van [naam 2] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 60 dagen; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
Benadeelde partij [naam 14]
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [naam 14] toe tot een bedrag van € 2.500,00 en veroordeelt de verdachte om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 26 januari 2023 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [naam 14] ;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
legt aan de verdachte op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van € 2.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 26 januari 2023 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald
,ten behoeve van [naam 14] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 35 dagen; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
Benadeelde partij [naam 16]
wijst de vordering tot schadevergoeding namens de benadeelde partij [naam 16] toe tot een bedrag van € 2.500,00 en veroordeelt de verdachte om dit bedrag te betalen aan [naam 16] ;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
legt aan de verdachte op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van € 2.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 30 januari 2023 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald
,ten behoeve van [naam 16] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 35 dagen; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
Benadeelde partij [naam 17]
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [naam 17] toe tot een bedrag van € 250,00 en veroordeelt de verdachte om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 19 juni 2023 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [naam 17] ;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
legt aan de verdachte op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van € 2.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 19 juni 2023 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald
,ten behoeve van [naam 17] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 35 dagen; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
Benadeelde partij [naam 18]
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [naam 18] toe tot een bedrag van € 2.500,00 en veroordeelt de verdachte om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 19 juni 2023 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [naam 18] ;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
legt aan de verdachte op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van € 2.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 19 juni 2023 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald
,ten behoeve van [naam 18] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 35 dagen; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. V.J. de Haan, voorzitter,
mr. J.L.E. Bakels, rechter,
mr. T.A.B. Mentink, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. L.L. Maassen en mr. R. Loohuis, griffiers,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 21 mei 2024.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met
19 juni 2023 te Oegstgeest, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
telkens
afbeeldingen, en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen, te weten
- een/meerdere afbeelding(en) te weten foto's en/of video's en/of
- een gegevensdrager te weten een telefoon (Samsung A32) bevattende afbeelding(en) en/of video's
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten
- [naam 1] , geboren op [geboortedag 2] 2006 (zaak 1),
- [naam 4] , geboren op [geboortedag 3] 2010 (zaak 2),
- [naam 5] , geboren op [geboortedag 4] 2009 (zaak 3),
- [naam 6] , geboren op [geboortedag 5] 2009 (zaak 4),
- [naam 7] , geboren op [geboortedag 6] 2008 (zaak 5),
- [naam 8] , geboren op [geboortedag 7] 2006 (zaak 6),
- [naam 2] , geboren op [geboortedag 8] 2009 (zaak 7),
- [naam 9] , geboren op [geboortedag 9] 2006 (zaak 8),
- [naam 10] , geboren op [geboortedag 10] 2008 (zaak 9),
- [naam 11] , geboren op [geboortedag 11] 2008 (zaak 10),
- [naam 12] , geboren op [geboortedag 12] 2007 (zaak 11),
- [naam 13] , geboren op [geboortedag 13] 2005 (zaak 12),
- [naam 14] , geboren op [geboortedag 14] 2009 (zaak 13),
- [naam 3] , geboren op [geboortedag 15] 2009 (zaak 14),
- [naam 15] , geboren op [geboortedag 16] 2007 (zaak 15),
- [naam 16] , geboren op [geboortedag 17] 2008 (zaak 16),
- [naam 17] , geboren op [geboortedag 18] 2008 (zaak 17),
- [naam 18] ( [voornaam 18] ), geboren op [geboortedag 19] 2008 (zaak 18) en/of
- een of meer (vooralsnog) onbekend gebleven perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd
van achttien jaar nog niet hadden bereikt
is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken
heeft
verspreid,
aangeboden,
openlijk tentoongesteld,
vervaardigd,
ingevoerd,
doorgevoerd,
uitgevoerd,
verworven,
in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van
een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het met een penis en/of vinger en/of een voorwerp oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van die [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] en/of een/meerdere perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt,
en/of
het met een penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander)
persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had
bereikt,
(toonmap algemeen kp verbaal: afbeeldingen 1 t/m 4, pagina’s 391 en 392 van
het slachtofferdossier;
toonmap slachtoffer [naam 1] : afbeeldingen 4 en 5, pagina 68 van het
slachtofferdossier;
toonmap slachtoffer [naam 2] : afbeeldingen 1 t/m 3, pagina’s 207 en 208 van
het slachtofferdossier;
toonmap slachtoffer [naam 3] : afbeeldingen 1 en 2, pagina’s 322 en 323 van het
slachtofferdossier);
en/of
- het met een vinger/hand betasten en/of aanraken van de borsten van die [naam 12] , [naam 15] en/of een/meerdere perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt,
- en/of
het met een vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet
had bereikt,
(toonmap algemeen kp verbaal: afbeeldingen 5 en 6, pagina 393 van het
slachtofferdossier;
toonmap slachtoffer [naam 12] : afbeeldingen 6 en 11, pagina’s 278 en 279 van
het slachtofferdossier;
toonmap slachtoffer [naam 15] , afbeelding 1, pagina 344 van het
slachtofferdossier);
en/of
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door die [naam 1] , [naam 5] ,
[naam 6] , [naam 7] , [naam 8] , [naam 2] , [naam 9] , [naam 10] , [naam 11]
, [naam 12] , [naam 13] , [naam 14] , [naam 3] , [naam 15] , [naam 16] , [naam 17]
, [naam 18] en/of een/meerdere perso(o)n(en) die kennelijk de
leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt, waarbij deze persoon gekleed is
en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of
in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd
past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door
het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden
van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het
(ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld
gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar
seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling,
(toonmap algemeen kp verbaal: afbeeldingen 7 t/m 18, pagina's 394 t/m 399 van
het slachtofferdossier;
toonmap slachtoffer [naam 1] : afbeeldingen 1 t/m 3, pagina’s 66 en 67 van het
slachtofferdossier;
toonmap slachtoffer [naam 5] , afbeeldingen 1 t/m 3, pagina's 100 en 101 van het
slachtofferdossier;
toonmap slachtoffer [naam 6] , afbeeldingen 1 t/m 6, pagina’s 129 t/m 132 van
het slachtofferdossier;
toonmap slachtoffer [naam 7] , afbeeldingen 1 t/m 6, pagina's 161 t/m 164 van
het slachtofferdossier;
toonmap slachtoffer [naam 8] , afbeeldingen 1 t/m 7, pagina’s 181 t/m 183
van het slachtofferdossier;
toonmap slachtoffer [naam 2] , afbeeldingen 4 en 5, pagina 209 van het
slachtofferdossier;
toonmap slachtoffer [naam 9] , afbeeldingen 1 t/m 4, 6 en 7, pagina’s 221 t/m
224 van het slachtofferdossier;
toonmap slachtoffer [naam 10] , afbeeldingen 1 t/m 3, pagina’s 239 en 240 van
het slachtofferdossier;
toonmap slachtoffer [naam 11] , afbeeldingen 1 en 2, pagina 254 van het
slachtofferdossier;
toonmap slachtoffer [naam 12] , afbeeldingen 1 t/m 5, 7 t/m 10, pagina’s 276
t/m 279 van het slachtofferdossier;
toonmap slachtoffer [naam 13] , afbeeldingen 1 t/m 5, pagina’s 293 t/m 295 van het
slachtofferdossier;
toonmap slachtoffer [naam 14] , afbeeldingen 1 t/m 4, pagina's 313 t/m 313B, van het
slachtofferdossier;
toonmap slachtoffer [naam 3] , afbeeldingen 3 en 4, pagina’s 323 en 324 van het
slachtofferdossier;
toonmap slachtoffer [naam 15] , afbeeldingen 2 t/m 12, pagina’s 344 t/m 348 van
het slachtofferdossier;
toonmap slachtoffer [naam 16] , afbeeldingen 1 t/m 5, pagina’s 448 en 449 van het
slachtofferdossier;
toonmap slachtoffer [naam 17] , afbeelding 1, pagina 436 van het
slachtofferdossier;
toonmap slachtoffer [naam 18] , afbeelding 2, pagina 485 van het
slachtofferdossier);
en/of
- het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of lichaam van
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij op dat
gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking
heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(toonmap algemeen kp verbaal, afbeeldingen 19 en 20, pagina 400 van het
slachtofferdossier)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2021 tot en
met 20 mei 2022 te Gouda en/of Oegstgeest, in elk geval in Nederland (telkens)
met [naam 1] , geboren op [geboortedag 2] 2006 (zaak 1), die toen de leeftijd van zestien jaren
nog niet had bereikt,
buiten echt, (telkens)
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het (meermalen) bij
zichzelf laten verrichten van de navolgende handeling(en):
het brengen van een of meerdere vinger(s) en/of een voorwerp in haar vagina;
3.
hij op of omstreeks 1 februari 2023 te Elim en/of Oegstgeest, in elk geval in Nederland
(telkens) met [naam 2] , geboren op [geboortedag 8] 2009 (zaak 7), die toen de
leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
buiten echt, (telkens)
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het (meermalen) bij
zichzelf laten verrichten van de navolgende handeling(en):
het brengen van een vinger in haar vagina;
4.
hij op één of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 27 januari 2023 te Arrien, gemeente
Ommen en/of Oegstgeest, in elk geval in Nederland (telkens)
met [naam 3] , geboren op [geboortedag 15] 2009 (zaak 14), die toen de leeftijd van
zestien jaren nog niet had bereikt,
buiten echt, (telkens)
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het (meermalen) bij
zichzelf laten verrichten van de navolgende handeling(en):
het brengen van een of meerdere vinger(s) in haar vagina.