Voetnoten
1.Verordening (EU) nr. 604/2013.
2.Dit staat ook in artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
3.Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind.
4.Verenigde Naties Comité voor de Rechten van het Kind.
5.Ingevolge het Derde Facultatief Protocol bij het IVRK (UN Document A/RES/66/138) kan bij het Comité worden geklaagd over vermeende schendingen van het IVRK. De bevindingen van het Comité worden in de vorm van niet-bindende aanbevelingen aan partijen aangeboden.
6.Zie bijvoorbeeld het Europese Hof van de Rechten van de Mens in M. en M. v. Kroatië, 3 september 2015, ECLI:CE:ECHR:2015:0903JUD001016113, par. 94-97 en 184.
7.General Comment nr. 12 (2009).
8.General Comment nr. 12 (2009), par. 20 en 21.
9.Idem, par. 22.
10.Idem, par. 16, 25, 82 en 134(a).
11.VN-Kinderrechtencomité in Z.S en A.S v. Zwitserland, 16 maart 2022, 74/2019, par. 7.8 en 8.
12.VN-Kinderrechtencomité in Y.B en N.S. v. België, 5 november 2018, 12/2017, par. 8.8.
13.VN-Kinderrechtencomité in V.A. v. Zwitserland, 30 oktober 2020, 56/2018, par. 7.3 en A.M. v. Zwitserland, 3 november 2021, 95/2019, par. 10.11.
14.
15.Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (2000/C 364/01).
16.Informatiebericht SUA 2022/77 Belang van het kind in Dublinzaken.
17.General Comment no. 12 (2009), par. 23, 34, 42 en 43.
18.Zie onder meer het EHRM in het arrest El Ghatet v. Zwitserland van 8 november 2016, ECLI:CE:ECHR:2016:1108JUD005697110, par. 46.
19.Algemene wet bestuursrecht.