ECLI:NL:RBDHA:2024:7397
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet tijdig beslissen op verblijfsvergunning asiel
In deze zaak heeft eiser op 25 januari 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Echter, op 24 januari 2024 had verweerder al een inwilligend besluit genomen op de aanvraag. De rechtbank heeft eiser gevraagd om een reactie op dit besluit, maar omdat eiser hier niet op heeft gereageerd en het beroep niet heeft ingetrokken, heeft de rechtbank besloten om uitspraak te doen op het beroep.
De rechtbank heeft vastgesteld dat tegen het niet tijdig nemen van een besluit beroep kan worden ingesteld, maar dat dit pas kan zodra het bestuursorgaan in gebreke is en er twee weken zijn verstreken na een schriftelijke ingebrekestelling. Aangezien er al een besluit was genomen op het moment dat het beroep werd ingediend, was verweerder niet in gebreke. Hierdoor voldeed eiser niet aan de voorwaarden voor het instellen van beroep tegen het niet tijdig beslissen.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A. Skerka, rechter, in aanwezigheid van mr. A.C. Kampschuur, griffier, en is op 29 april 2024 in het openbaar uitgesproken.