Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris
Procesverloop
Overwegingen
3b. zich in strijd met de Vreemdelingenwetgeving gedurende enige tijd aan het toezicht op vreemdelingen heeft onttrokken;
3c. eerder een visum, besluit, kennisgeving of aanzegging heeft ontvangen waaruit de plicht Nederland te verlaten blijkt en hij daaraan niet uit eigen beweging binnen de daarin besloten of gestelde termijn gevolg heeft gegeven;
3i. te kennen heeft gegeven dat hij geen gevolg zal geven aan zijn verplichting tot terugkeer;
4d. niet beschikt over voldoende middelen van bestaan.
eerst noggraag behandeld te willen worden voor zijn oogproblemen. Uit de overgelegde medische stukken blijkt dat hij door de huisarts is doorverwezen naar een oogarts in het Martiniziekenhuis. Deze omstandigheid maakt dat het niet in de reden ligt dat eiser zich aan toezicht zal onttrekken. Daarbij verblijft eiser, zoals gesteld, bij INLIA in Groningen waar hij ook een uitkering ontvangt. De staatssecretaris kan gevolgd worden in zijn standpunt dat dit weliswaar niet maakt dat eiser beschikt over een vaste verblijfplaats of voldoende middelen van bestaan maar de rechtbank volgt de redenatie van gemachtigde van eiser dat dit wel betekent dat de staatssecretaris weet waar eiser zich bevindt en dat eiser, zeker als hij daar verblijft, genoeg middelen heeft om van te leven. Dit, in combinatie met zijn kwetsbaarheid waardoor hij begeleiding van INLIA behoeft, maakt eveneens dat de staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd dat het risico bestaat dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken.
Beslissing
- veroordeelt de Staat der Nederlanden tot het betalen van een schadevergoeding aan eisers tot een bedrag van € 1.400,- te betalen door de griffier en beveelt de tenuitvoerlegging van deze schadevergoeding;