ECLI:NL:RBDHA:2024:7285

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 mei 2024
Publicatiedatum
14 mei 2024
Zaaknummer
C/09/666025 / KG RK 24- 683
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een civiele procedure

Op 14 mei 2024 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een verzoek tot verschoning toegewezen in een civiele procedure met kenmerk C/09/655477 FA RK 23/7542. Het verzoek is ingediend door mr. C.S.F. de Nijs, rechter in de rechtbank Den Haag, die betrokken is bij de behandeling van de hoofdzaak. De verzoeksters, bijgestaan door mr. I.G.M. van Gorkum, hebben het verzoek ingediend tegen een verweerder, die ook in de procedure betrokken is. Het verschoningsverzoek is gedaan omdat een procesdeelnemer deel uitmaakt van de persoonlijke kennissenkring van de rechter, wat aanleiding gaf tot de vrees voor partijdigheid.

De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel rechters op grond van hun aanstelling worden vermoed onpartijdig te zijn, er uitzonderlijke omstandigheden kunnen zijn die de schijn van partijdigheid kunnen oproepen. In dit geval heeft de rechter voldoende argumenten aangedragen om het verzoek tot verschoning te rechtvaardigen. De rechtbank heeft besloten dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen om de schijn van partijdigheid te vermijden.

De beslissing houdt in dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat het verschoningsverzoek werd ingediend. Een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen, waaronder de rechter, de verzoeksters en de verweerder. Deze beslissing is genomen in raadkamer, waarbij de rechters S.M. Krans, A.M.A. Keulen en S.M. Westerhuis-Evers aanwezig waren, samen met de griffier.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Verschoningskamer
Verschoningsnummer: 2024/07
Zaak-/rekestnummer: C/09/666025 / KG RK 24- 683
Beslissing van 14 mei 2024
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
mr. C.S.F. de Nijs,
rechter in de rechtbank Den Haag,
hierna: de rechter,
belast met de behandeling van de hoofdzaak met kenmerk C/09/655477 FA RK 23/7542 van:
[verzoekster 1] en [verzoekster 2] ,
wonende te [woonplaats 1] ,
verzoeksters,
bijgestaan door mr. I.G.M. van Gorkum, advocaat te Den Haag,
tegen
[verweerder] ,
wonende te [woonplaats 2] ,
verweerder.

1.De procedure

1.1.
Het verschoningsverzoek is gedaan in bovenstaande procedure die op 4 juni 2024 op zitting zal worden behandeld.
1.2.
Een verschoningsverzoek hoeft, anders dan een wrakingsverzoek, niet ter terechtzitting te worden behandeld. Het verzoek is daarom niet ter zitting behandeld.

2.Het verschoningsverzoek

2.1.
De rechter heeft het verschoningsverzoek op het volgende gebaseerd:
☒ een procesdeelnemer maakt onderdeel uit van de persoonlijke kennissenkring van
de rechter.

3.De beoordeling

3.1.
Uitgangspunt is dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Uitzonderlijke omstandigheden kunnen een aanwijzing opleveren dat een rechter ten opzichte van een partij vooringenomen is of dat daarvoor een terechte vrees bestaat. Ook de uiterlijke schijn kan daarbij een rol spelen.
3.2.
Gelet op hetgeen de rechter heeft aangevoerd, is het verschoningsverzoek terecht ingediend. Zo wordt de schijn van partijdigheid vermeden. Het verzoek zal dus worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
4.1.
wijst het verzoek tot verschoning toe;
4.2.
bepaalt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat verschoningsverzoek werd ingediend;
4.3.
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
* de rechter;
* verzoeksters, p/a mr. I.G.M. van Gorkum;
* verweerder.
Deze beslissing is genomen in raadkamer op 14 mei 2024 door mrs. S.M. Krans, A.M.A. Keulen en S.M. Westerhuis-Evers in tegenwoordigheid van de griffier.