ECLI:NL:RBDHA:2024:7266

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 mei 2024
Publicatiedatum
14 mei 2024
Zaaknummer
NL24.13290
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na afwijzing verblijfsvergunning

Op 25 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een besluit genomen waarbij de aanvraag van de verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd is afgewezen. Dit besluit is door de verzoekster bestreden door beroep in te stellen. Daarnaast heeft zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De zitting voor het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening was gepland op 18 april 2024. Echter, de gemachtigden van beide partijen hebben telefonisch laten weten niet te zullen verschijnen en dat de zaken buiten zitting konden worden afgedaan. De voorzieningenrechter heeft daarop het onderzoek gesloten.

Op de datum van de uitspraak, 14 mei 2024, heeft de rechtbank in een andere zaak (zaaknummer NL24.13289) uitspraak gedaan op het beroep van de verzoekster. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, is de voorlopige voorziening niet meer nodig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier mr. M.J.C. ten Hoopen, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.13290

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , V-nummer: [V-nummer] , verzoekster

(gemachtigde: mr. M.S. Dunant Maurits),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

(gemachtigde: mr. B.W. Zagers).

Procesverloop

1. Bij besluit van 25 maart 2024 (het bestreden besluit) heeft de staatssecretaris de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.1.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. [1] Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep en het verzoek op 18 april 2024 op zitting gepland. De gemachtigden van partijen hebben de rechtbank op 18 april 2024 telefonisch aangegeven dat zij niet zullen verschijnen en dat de zaken buiten zitting kunnen worden afgedaan. De voorzieningenrechter heeft op diezelfde dag het onderzoek gesloten.

Overwegingen

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.13289, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.M.J.C. ten Hoopen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.NL24.13289