ECLI:NL:RBDHA:2024:7089
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep asielaanvraag en afwijzing verzoek bestuurlijke dwangsom
Op 4 april 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een asielaanvraag van eiseres, die op 24 september 2021 was ingediend. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, volgens haar niet tijdig had beslist op haar aanvraag. De rechtbank heeft op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was.
De rechtbank constateerde dat verweerder inmiddels een besluit op de aanvraag had genomen, waardoor eiseres geen belang meer had bij het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Dit leidde tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk was. Daarnaast had eiseres verzocht om vaststelling van de hoogte van de verbeurde bestuurlijke dwangsom. De rechtbank wees dit verzoek af, verwijzend naar de Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND, die sinds 11 juli 2021 van kracht is en waarin is uitgesloten dat er een bestuurlijke dwangsom kan worden verbeurd.
Eiseres kreeg echter wel een proceskostenvergoeding toegewezen, omdat de rechtbank oordeelde dat verweerder niet tijdig op haar aanvraag had beslist. De proceskostenvergoeding werd vastgesteld op € 437,50, gebaseerd op 1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 875,- en een wegingsfactor van 0,5. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk, wees het verzoek om een bestuurlijke dwangsom af en veroordeelde verweerder tot betaling van de proceskosten aan eiseres.