ECLI:NL:RBDHA:2024:707

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 januari 2024
Publicatiedatum
23 januari 2024
Zaaknummer
NL23.37627
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na eerdere uitspraak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 januari 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, die stelt de Algerijnse nationaliteit te hebben en geboren te zijn op [geboortedatum] 1982, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen bij besluit van 23 november 2023, omdat deze als kennelijk ongegrond werd beschouwd. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De gemachtigde van verzoeker heeft de rechtbank laten weten dat zij en verzoeker niet ter zitting zullen verschijnen. De verweerder heeft een verweerschrift ingediend en toestemming gegeven om het verzoek buiten zitting af te doen. De voorzieningenrechter heeft in overweging genomen dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL23.37626) die betrekking heeft op het beroep van verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, in aanwezigheid van griffier N.J. Biswane, en is openbaar gemaakt op 17 januari 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.37627
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. T.M. van der Wal), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. A. Bondarev).

Procesverloop

Bij besluit van 23 november 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld en de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De gemachtigde van verzoeker heeft de rechtbank geïnformeerd dat zij en eiser niet ter zitting zullen verschijnen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend en daarbij de rechtbank toestemming gegeven om het verzoek buiten zitting af te doen.

Overwegingen

1. Verzoeker stelt dat hij de Algerijnse nationaliteit heeft en dat hij is geboren op [geboortedatum] 1982.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.37626, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van N.J. Biswane, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
17 januari 2024

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.