Deze uitspraak betreft het beroep dat eiser heeft ingediend na een eerdere uitspraak van de rechtbank op 31 juli 2023, waarin werd bepaald dat de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid binnen acht weken opnieuw moest beslissen op de asielaanvraag van eiser. Eiser heeft beroep ingesteld omdat verweerder deze termijn niet heeft nageleefd. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder niet binnen de gestelde termijn een besluit heeft genomen, waardoor het beroep gegrond is verklaard. De rechtbank heeft besloten dat verweerder binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen op de aanvraag van eiser. Indien verweerder deze termijn overschrijdt, moet hij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 7.500,-. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 218,75. De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, en is openbaar gemaakt op 4 januari 2024.