ECLI:NL:RBDHA:2024:697

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 januari 2024
Publicatiedatum
23 januari 2024
Zaaknummer
NL23.36474
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na uitspraak op beroep

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 12 januari 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, had tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 13 november 2023, wees de aanvraag af als kennelijk ongegrond. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen in afwachting van de uitkomst van de beroepsprocedure.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 5 januari 2024 behandeld, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. M.M. Volwerk. De Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. W. Epema. Tijdens de zitting is het verzoek om voorlopige voorziening besproken, maar de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig was, aangezien er op dezelfde dag uitspraak was gedaan in de beroepszaak met zaaknummer NL23.36473.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 12 januari 2024, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.36474
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. M.M. Volwerk), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. W. Epema).

Procesverloop

Bij besluit van 13 november 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de beroepszaak NL23.36473, op 5 januari 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.36473, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
N.J. Biswane, griffier.
zaaknummer: NL23.36474
2
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
12 januari 2024

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.