ECLI:NL:RBDHA:2024:6927
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- M.M. Vollebregt - Kuipers
- Rechtspraak.nl
Afwijzing voorlopige voorziening asielaanvraag Tunesische verzoeker
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 30 april 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, van Tunesische nationaliteit en geboren in 2002, had op 3 oktober 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 5 maart 2024 afgewezen als kennelijk ongegrond. Hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 11 april 2024 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van de verzoeker als de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren. In de uitspraak van dezelfde datum, onder zaaknummer NL24.10102, heeft de rechtbank het beroep van de verzoeker behandeld. Aangezien er inmiddels op het beroep was beslist, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. M.M. Vollebregt - Kuipers, in aanwezigheid van griffier mr. L.E. Mollerus. De uitspraak is openbaar gemaakt op 30 april 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.